Ons eerste verlies in de familie was, in 2001, ons kleine nichtje van vier. Het leek een gewoon griepje dat ze had maar bleek uiteindelijk een abces bij de longen, waar ze binnen korte tijd aan overleed. We hebben, ieder op onze eigen manier, om haar gerouwd en ik weet dat vandaag de dag nog steeds soms familieleden worden overvallen door het verdriet om het verlies van dit kleine meisje.
Elf jaar later was het ons jongste zusje, de moeder van dit kleine meisje dat na een kort ziekbed overleed. Dat was zeven maanden na het verlies van onze tweede ouder. Haar ziekte openbaarde zich precies tussen het overlijden en de begrafenis van onze oude vader.
Nog niet uitgerouwd om onze ouders die dertien maanden na elkaar overleden trof ons dit onverwachte verlies als een mokerslag. Bij het overlijden van mijn vader was ik, na het overlijden van mijn moeder, eigenlijk nog niet eens hersteld. Misschien gold dat wel voor meer van onze grote schare broers en zussen. Maar je moet wel door, dat is de ongeschreven wet van het leven.
Rouw is altijd rauw. Het doet pijn en het verschilt met de persoon om wie we rouwen hoe we het ervaren. Hoe mijn zusje en haar man verder leefden nadat ze hun kleine meisje aan de dood hadden verloren is mij een raadsel. Ik kon er alleen maar enorm bewondering voor hebben.
Wanneer mensen bijna niet verder kunnen leven na het overlijden van hun kind, of van hun partner begrijp ik dat heel goed. Ik weet niet hoe dat zou zijn, want ik heb het gelukkig niet hoeven ervaren maar ik begrijp het wel.
En ik begrijp het ook wanneer je wel verder kunt na het overlijden van een geliefde. Misschien zelfs kunt openstaan voor een nieuwe liefde. Volgens mij maakt leeftijd daarbij niets uit, wel omstandigheden en die weten alleen degenen die het rechtstreeks aangaat.
Tenzij we helemaal alleen op de wereld zijn zullen we allemaal verliezen lijden. 70 jaar bij elkaar mogen blijven, zoals mijn ouders, is lang niet eenieder gegund. Laten we hopen op compassie van onze omgeving…wanneer het onszelf overkomt.