Ik ben een bruin persoon in wat vroeger was een land met witte mensen. Ik ben hier met mijn familie gekomen toen het land, dat door Nederland eeuwenlang is gekoloniseerd, weer vrij en zelfstandig werd. Dat ging niet zonder slag of stoot, sterker nog, dat ging met een oorlog na een oorlog.
Wij hadden geen keus omdat dit het land was waar onze voorouders oorspronkelijk vandaan kwamen. Gelukkig voor mij, want ik hou met hart en ziel van dit kleine land waar ik vanaf mijn tweede jaar heb gewoond.
Wij deden nergens moeilijk over want dat zit in onze aard. We ‘kregen’ onderdak, huisraad en kleding en hebben dat in de jaren daarna tot de laatste cent terugbetaald. We spraken al de taal omdat we dat in dat verre land ook deden, het hoorde destijds ten slotte nog bij Nederland. We namen de gebruiken van dit land over, aanpassen is ons met de paplepel ingegoten, en we voelden ons veilig en geborgen.
Toen Nederland werk had dat niet door Nederlanders kon of wilde worden gedaan kwamen de gastarbeiders. Zij deden wel dat werk. De bedoeling was dat zij hier tijdelijk zouden zijn maar velen mochten hun familie laten overkomen, of stichtten hier met Nederlanders een gezin. De banden met hun land blijven vaak sterk, omdat ze er nog familie hebben wonen. Vele vakanties worden daar nog doorgebracht.
Nu de wereld heel onrustig is geworden en er ondanks de vele verdragen en afspraken toch weer oorlogen zijn uitgebroken wordt niet alleen Nederland, maar heel Europa overspoeld door vluchtelingen. Mensen die hier asiel aanvragen, niet op zoek naar geldelijk gewin maar naar vrede, voedsel, veiligheid en geborgenheid. Niets meer of minder dan wij, de Nederlanders die hier volgens velen ‘horen’ ook graag willen, en het geluk hebben dat al 80 jaar, sinds de laatste oorlog in ons land, te hebben.
Ik had vroeger een bedrijfsleider die aan zijn wand op kantoor een tegeltje had met de woorden: Aander lu bin ook lu. Ik heb vaak aan dat tegeltje gedacht omdat ik het zo’n grappige spreuk vind. Nu kijk ik er anders tegenaan want, als wij echt konden accepteren dat andere mensen ook mensen zijn, mensen zoals wij, dan zouden wij met deze andere mensen anders kunnen omgaan.