De lengte van je ‘touwtje’

‘Zou jij het willen weten?’ vraag ik aan mijn man. Na enig nadenken zegt hij: ‘Ja, ik geloof het wel…jij?’ Nee, ik denk het niet. Ik denk niet dat ik wil weten hoe lang mijn leven zal zijn.

In de Volkskrant van 21 juni 2025 lees ik in een artikel dat ‘twee derde van de patiënten met uitgezaaid kanker wil weten hoe lang ze nog te leven hebben’. Artsen blijken terughoudend om patiënten een levensverwachting mee te delen. Ik begrijp dat wel omdat nooit met zekerheid te zeggen is hoe lang dat zal zijn. Bovendien is ook niet te voorspellen wat het met de patiënten gaat doen.

Het was moeilijk het ziekteproces van drie van mijn vier familieleden, die inmiddels zijn overleden, aan te zien maar we waren natuurlijk blij dat ze er waren zo lang dat zo was. En zij leken ook niet ‘klaar om te overlijden’. Tegelijk is dat ook niet de vraag.

Zou je willen weten wanneer je overlijdt? Die intrigerende vraag staat centraal in de Amerikaanse besteller ‘The measure’ van Nikki Erlick. Ik vind het een heel moeilijke vraag. Ik kan me niet voorstellen dat ik dan heel anders zou leven dan ik nu doe. Ik heb een heerlijk leven. We hebben twee prachtige dochters gekregen die allebei een mooi gezin hebben. Onze kleinkinderen zijn 8, 11, 15 en 17. Volgens mij kennen ze ons goed omdat we op alle vier hebben gepast. We hebben met de kinderen (alle acht) en onze families een goede relatie. We zijn al 43 jaar samen en weten dat we van elkaar houden en elkaar tegelijk wel eens een keer ‘achter het behang kunnen plakken’.

Ik zou niet eens weten wat ik anders zou kunnen doen. Ik heb meer dan 40 jaar gewerkt en geprobeerd iets voor de gemeenschap te betekenen. Ik heb aandacht voor onze familie en vrienden. Ik heb een beetje vrijwilligerswerk gedaan en ga dat weer doen wanneer wij rustig in één plaats wonen. Ik heb geen bijzonder leven maar prima voor mij.

Gisteren zagen wij voor de tweede keer de film ‘Love at first sight’. Het meest opmerkelijke in die film, vind ik, is dat de moeder van één van de twee hoofdpersonen ongeneeslijk ziek is en nog bij leven een ‘memorial’ krijgt die ze zelf met haar gezin heeft georganiseerd. Ze wil er graag bij zijn wanneer alle mooie woorden, die meestal bij een begrafenis worden gezegd, over haar worden gesproken. Dat vond ik een heel goed idee.

Haar zoon was verdrietig omdat ze geen levensverlengende kuren meer wilde ondergaan maar zij wilde zo lang mogelijk zich goed blijven voelen, terwijl ze met die kuren zich heel ziek zou voelen. En ze zou hoe dan ook doodgaan. Net als wij allemaal, alleen wist zij dat dat geen jaren meer ging duren.

Wij zijn daarvan nog in onwetendheid, zolang we de lengte van dat touwtje niet weten. Gelukkig, vind ik.