Wonderlijk…of toch niet

We zitten met vier echtparen in een kamer wanneer iemand oppert: ‘Ik vind het ook eigenlijk wel een wonder dat we zouden verwachten voor altijd bij elkaar te blijven,’. Terwijl de rest ‘kauwt’ op deze onverwachte ontboezeming oppert één van de anderen: ‘Ik vind het helemaal geen wonder, wij zijn al 50 jaar samen en daar zijn we allebei blij mee,’. De echtparen in deze kamer zijn allen 40 of meer jaren getrouwd. In Volkskrant Magazine van 10 mei 2025 staat het artikel ‘Rozen verwelken’ met de naam van het essay ‘Liefde voor altijd’ die deze uitspraken heeft uitgelokt.

Ik heb al veel van deze artikelen gelezen met verschillende invalshoeken en benaderingen. Ik verbaas me altijd over dergelijke artikelen. Ook in deze wordt genoemd dat ruim een derde van de huwelijken strandt, zoals de statistieken laten zien. Volgens mij en mijn berekening betekent dat nog altijd dat ongeveer twee derde van de huwelijken standhoudt.

De auteur van dit stuk is zelf bijna 35 jaar getrouwd en lijkt geenszins van plan om haar huwelijk op te breken. Ze voelt zich daarmee ‘Een van de laatste der Mohikanen’ omdat in haar familie niemand met zijn of haar partner de eindstreep heeft gehaald en in haar vriendenkring de levenslange relaties op twee handen te tellen zijn.

Ze vraagt zich af ‘…waarom we ons nog steeds zo vastklampen aan het romantische ideaal terwijl de realiteit een heel ander beeld laat zien…’. Dat laatste klopt dus niet. Verreweg de meeste huwelijken blijven intact. Hoe romantisch die zijn, hoe liefdevol, hoe daadwerkelijk monogaam, dat weten alleen de hoofdrolspelers in die relaties, maar dat is een heel ander verhaal.

Wij zijn 42 jaar geleden, toen we 22 en 24 waren, om andere redenen getrouwd dan de auteur van dit stuk noemt over haar eigen redenen, en die van haar echtgenoot, om te trouwen. En we willen dat graag de rest van ons leven blijven. Ik begrijp dat het verdrietig is dat de gezinnen van twee van haar vier kinderen uit elkaar zijn gevallen. Dat bedenkt niemand vooraf aan het beginnen van een gezin. En ik hoop dat het de tweede mogelijkheid is geworden van de vier die over relaties met kinderen worden gegeven, namelijk dat ze ‘gelukkig gescheiden ouders’ zijn geworden. Voor de langdurige vrijgezel in het gezin hoop ik dat het haar of zijn keuze is en anders dat hij of zij alsnog iemand vindt om mee samen te zijn.

Waar ik het wel hardgrondig mee eens ben, wat ook in het artikel wordt genoemd, is dat we ‘…alle andere relaties die we aangaan in het leven moeten herwaarderen…’. Familie, vrienden en soms collega’s kunnen naast je gezin veel voor je betekenen. Dat ik ex-collega’s, waar ik 25 jaar nadat we voor het laatste hebben samengewerkt, nog steeds zie en spreek komt omdat ik dat niet alleen belangrijk vind, maar er ook mee voor zorg dat we contact houden. En dat geldt nog veel meer voor mijn familie die ik 47 jaar geleden verliet om op mezelf te gaan wonen en onze vrienden met wie we 30+ jaar bevriend zijn. Dat zegt iets over mijn omgeving maar is hiermee ook geen standaard.