Ik hou van jou

We kijken regelmatig Netflix. Soms films en soms series. Films en series van dezelfde soort realiseer ik me. We hebben allebei een hekel aan bloed (zien) en geweld en aan ‘ons dood schrikken’. Spannende films en series vinden we leuk maar de spanning zit hem dan meer in het verhaal dan wat we visueel voorgeschoteld krijgen.

Wat me bij de films en series die wij kijken opvalt zijn twee dingen. Een; er wordt veel in gezoend en dat vind ik wel een goeie. Zien eten doet eten en zien zoenen… Twee; en dat is denk ik Amerikaans, de gesprekken live en voor de telefoon worden bijna allemaal afgesloten met: ‘I love you,’ onveranderlijk beantwoord met: ‘I love you too,’.

Ik hou van heel veel mensen en van sommige mensen echt heel veel. Toen ik met mijn liefste onlangs naar huis reed, na een bezoek aan een kind zei ik: ‘Het overvalt me soms, het gevoel dat ik heb als ik met haar heb gesproken, dat ik dan zo intens voel; wat hou ik van dat kind,’. En ik vraag me altijd af waarom ik het niet tegen haar kan zeggen.

Ik kan het wel schrijven, en dat doe ik regelmatig. Ik schrijf mijn kinderen regelmatig en soms ‘zeg’ ik dan in de brief: ‘Ik hou van jou,’. Soms doe ik dat ook tegen andere, naaste familie…in een brief.

Misschien heb ik wel een idee waar het vandaan komt. Ik heb mezelf wel eens horen zeggen dat ‘als iets zo is, je het niet hoeft te zeggen’. En in sommige gevallen vind ik dat nog steeds. Soms claimt iemand iets te hebben, of te zijn en dan denk ik: ‘Nee, dat geloof ik niet,’. Juist om hoe het wordt gezegd.

Maar in het geval van het houden van mijn kinderen en andere geliefden klopt dat niet. Dan wil ik kunnen zeggen: ‘Ik hou van jou,’. Omdat het zo is.

Economie

‘Dat heet economie, mamma,’ zegt ze, en ik begrijp wat ze daarmee wil zeggen. Eerder deze week las ik op LinkedIn over een fruitteler die van onze grote supermarkt, die op de kleintjes let(te), voor zijn appels €0,37 per kilo krijgt. In de winkel worden deze appels verkocht voor €2,69 per kilo. Ik kan dat verschil van €2,32 niet bevatten.

‘Het is de zekerheid voor de teler,’ legt ze uit, ‘en dat is voor hem heel belangrijk,’. Ik begrijp dat een ieder die ‘iets’ fabriceert, teelt of maakt, een afzetgebied nodig heeft. Ik begrijp ook dat de tussenpersoon, de winkel die het inkoopt en ook weer verkoopt, kosten maakt. En ik begrijp dat bedrijven investeerders, aandeelhouders nodig kunnen hebben en dat dat allemaal betaald moet worden. Maar de teler, degene die aan het begin van de keten staat maakt ook kosten en die moeten ook betaald worden.

Ik vind het gewoon zo’n enorm verschil €2,69 tegenover €0,37 voor dezelfde kilo appels.

En dan zijn wij er natuurlijk. De consumenten. Ik wil graag een consument zijn die een ‘redelijke prijs’ betaalt voor zijn producten en ik wil ook graag dat de mensen die die producten maken er een ‘eerlijke prijs’ voor ontvangen. Als wij als consumenten €2,69 betalen voor een kilo appels lijkt het mij dat de degene die die appels heeft geteeld met €0,32 per kilo daar geen eerlijke prijs voor heeft ontvangen. Ik begrijp niet waar in die keten van werkzaakheden en acties dat grote verschil ontstaat.

‘Het is zijn keuze om zijn appels aan de supermarkt te verkopen,’ zegt mijn dochter, en daar heeft ze natuurlijk gelijk in. Niemand zal de teler daartoe kunnen dwingen, maar wat was zijn alternatief? Ik geloof ook niet dat het aan die bepaalde grootgrutter ligt, het zal bij de andere supermarkten niet veel anders zijn.

Ik kom er niet uit en ik kan er niets aan veranderen. Dat vind ik een heel lastige. Ik zou ervoor kiezen meer te betalen voor mijn appels als de teler er meer voor betaald zou krijgen. Maar dat gaat niet zomaar gebeuren. Het zet mij wel aan het denken over mijn boodschappen gedrag.

Economie, lees ik via Google, is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten. Hoe zouden we die keuzes nou zo kunnen maken dat de verschillen voor de verschillende partijen niet zo groot zouden worden. Aan de ene kant van de keten voor dezelfde kilo appels €2,69 betalen en aan de andere kant van de keten maar €0,37 ontvangen.

Open-minded

In Libelle nummer 34 lees ik over ethische non-monogamie en open relaties. Eerder al las ik in Libelle over polyamorie en schreef daar een blog over.

Ik heb het lang niet gehoord maar er is een reclame waarbij een zwoele damesstem vraagt: ‘Ben jij gelukkig getrouwd? Ik ook,’ en dat is een reclame van ‘Second love.nl’. Ik heb me lang druk gemaakt over die reclame maar hoe meer ik lees over andere relaties dan die waar ikzelf in geloof (de 100% monogame), hoe beter ik zie dat andere relaties andere behoeften kunnen hebben.

In dit artikel wordt gesproken over zoenen en flirten met anderen en over seks met anderen, los van elkaar. Dit spreken dus mensen af die op een manier een ‘open relatie’ hebben. Ik vraag me dan af hoe het werkt met ‘die anderen’. Als je iemand ontmoet met wie je heel graag wilt zoenen, of seks wilt hebben, hoe weet je dan dat die ander dat ook wil? En hoe weet je of die ander (wanneer hij of zij niet vrij is) ook in een open relatie zit. Of vind je dat dan niet belangrijk?

Een dame die haar verhaal doet in dit artikel vertelt dat zij en haar man hun open relatie eerst spannend en opwindend vonden maar dat het hen uiteindelijk meer energie kostte dan het opleverde. Ze zijn toch uiteindelijk monogaam verder gegaan maar ‘een open relatie had haar blik op liefde en relaties wel verruimd’.

Eerlijk communiceren met elkaar en eerlijk naar jezelf kunnen kijken, wat volgens het artikel nodig is voor een ‘open relatie’, is voor iedereen moeilijk. Willen is iets anders dan kunnen. Of door een open relatie  veel leed en vechtscheidingen voorkomen worden (in het artikel staat ‘realistischer naar relaties durven kijken’), dat vraag ik me af, maar waar ik inmiddels wel van doordrongen ben is dat, zoals ook wordt genoemd, monogamie een keuze zou moeten zijn en niet de norm.

Na een huwelijk van 40 jaar geloof ik nog steeds in monogamie. Je kunt je energie in andere relaties steken en je kunt ervoor kiezen die in je eigen relatie te stoppen. Het heeft er denk ik ook mee te maken of je seks verbindt aan liefde, of die los van elkaar ziet en hoe je samen bent. Of je ‘genoeg’ hebt aan elkaar, of meer nodig hebt.

Ik heb er altijd voor gewaakt dat ‘iets dat niets voorstelt’ tussen ons zou kunnen komen en daar heb ik nooit spijt van gehad. En misschien hebben wij wel gewoon geluk met elkaar. 

Zussen

Ik heb echt geluk gehad de afgelopen dagen. Ik heb van mijn vier zussen er drie op bezoek gehad en ik ben bij één op bezoek geweest. De laatstgenoemde kan ik feitelijk geen zus noemen, want zij was met mijn broer getrouwd toen hij nog leefde. Ze hadden 46 huwelijksjaren en dat zouden er veel meer geworden zijn als mijn lieve broer niet te vroeg was overleden.

Van ons jongste zusje moesten wij helaas al 11 jaar geleden afscheid nemen toen zij de leeftijd van Sara nog niet had bereikt. Voor ons allen was dat verdrietig maar wij zullen het niet allen gelijk beleefd hebben. Dat heeft te maken met karakters en plaatsen in het gezin.

Ik ben wel een meisjes-meisje maar voel me altijd beter, of meer op mijn gemak tussen jongens (vrienden/kennissen) en ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat ik tussen jongens ben opgegroeid. Vanwege mijn plaats in het gezin. Bovendien ben ik meer een einzelgänger dan een mens van grote gezelschappen, die observeer ik liever. Ik ben op mijn best met één op één contacten.

Maar de zussen zijn mij dierbaar, ik heb op de kleinen gepast en heb van de groten geleerd, zeker zolang ze thuis woonden wat ongeveer was tot mijn tiende jaar. Toen waren ze getrouwd en woonden ze elders. Wel dichtbij ons, want de hang naar huis is bij ieder van ons gebleven. En ik kreeg de rol die zij tot die tijd hadden, zorgen voor de boodschappen van het gezin.

Nu zijn we allemaal op weg knap oud te worden (gelukkig). Ze kunnen roepen dat 60 het nieuwe 40 is maar voor sommigen van ons, die qua fysiek niet het meeste geluk hebben, gaat dat niet helemaal op.

Ik merk dat ik me soms wel wat zorgen maak om deze en gene en ik wil ze van tijd tot tijd zien. Om te weten hoe het echt met ze gaat. Ruzie heb ik nog nooit met ze gehad, misschien wel juist omdat ik er niet ‘middenin’ zat, en ik merk dat ik met iedere zus heel verschillende gesprekken heb. Maar allemaal lief en allemaal dierbaar.

Ik zou ze niet kunnen missen (die ene is al erg genoeg) en denk er daarom liever niet aan. En voor degene die ik eigenlijk geen zus kan noemen probeer ik altijd een andere naam te bedenken maar ik weet gewoon niet wat. Misschien is schoonzus gewoon wel goed, niet schone zus want schoon (mooi) zijn ze allemaal. En net als met een woord als ‘stiefmoeder’ gaat het er niet om hoe je iemand noemt maar alleen om wat voor gevoel je erbij hebt. Of zit ik nu weer appels met peren te vergelijken?

Goed?

WNF, omdat de natuur in de wereld wel wat hulp kan gebruiken, en Natuur monumenten net zo, maar dan speciaal voor Nederland. VVN omdat helaas veel mensen in het verkeer ongelukken overkomen. KWF omdat we diverse familieleden aan kanker hebben verloren en de Hartstichting vanwege de hartpatiënten in onze familie.

Toen bij onze kleindochter Diabetes type 1 werd vastgesteld namen we er het Diabetesfonds bij en in een veel eerder stadium het Longfonds waaraan mijn moeder vanaf haar twintigste had geleden.

We hebben Unicef, vanwege alle kinderen wereldwijd die hulp nodig hebben en vanwege veel kinderen in de knel in Nederland hebben we Het Vergeten Kind.

Het Nederlands Rode Kruis was mogelijk ons eerste goede doel, omdat ik in het instituut ‘Rode Kruis’ veel vertrouwen heb. Toen de vluchtelingenstroom steeds groter werd hebben we Stichting Vluchteling erbij genomen.

Sinds dag één (1989) dat het er is hebben we een Postcodeloterij lot. Eén, vanwege alle goede doelen (veel meer dan wij als particulier kunnen doen) die uit die loterij worden gesteund. 100 euro wonnen wij, toen we een poosje op het adres van onze dochter stonden ingeschreven. Verder de potten ijs en een keer stroopwafels die vele anderen ook wonnen.

Regelmatig werden wij gevraagd om extra giften van de verschillende doelen en ik heb dat in het verleden een paar keer gedaan. Verder worden wij soms door instanties gevraagd die wij niet steunen. Dat doen we dan niet, omdat ik denk dat er wel anderen zijn die meer met zo’n doel ‘ophebben’. Dierenbescherming bijvoorbeeld of Stinchting Dierenlot die volgens mij steun vragen in dat deel van ons land waarin zij opereren. Wij hebben geen dieren maar misschien zijn er dierenliefhebbers die zulke doelen wel willen steunen.

Misschien kunnen we allemaal kiezen voor in ieder geval één goed doel. Dat zou heel veel mensen en dieren en het milieu mogelijk enorm veel goeds brengen.

Relatie en liefde

Onze trouwdag is de laatste dag van Augustus en het jaar was 1983. We keken elkaar voor het eerst in de ogen op 21 april van het jaar daarvoor en zes maanden daarna waren wij de trotse ouders van ons oudste kind. Ons leven en onze liefde was er één van doorlopende zonneschijn en ging al die jaren over rozen…maar zo was het niet.

Er was relationeel en financieel ongemak te overwinnen. Er waren twee verliefde mensen die opeens ‘grote mensendingen’ moesten doen en daar nog helemaal niet klaar voor waren. Maar er was een kindje waarvoor gezorgd moest worden en een enorm goede wil van een relatief jonge pappa en mamma.

We hadden ‘niets’ voor onszelf en het was moeilijk om het vrije leven van mensen van onze leeftijd, zonder zorg voor een kind, te aanschouwen en daar vaak niet aan te kunnen deelnemen. Dat gaf wrijving, moeilijke gesprekken, maar ook de mogelijkheid tot begrip vragen en tonen en verzoening bewerkstelligen. Het was ‘leren communiceren’ en heeft ons uiteindelijk ver gebracht.

Instinctief wist ik dat die communicatie voor ons cruciaal was. We waren verliefd geworden, zwanger geraakt, getrouwd en ouders geworden binnen relatief korte tijd. We hadden ook tijd nodig om elkaar te leren kennen. Dus zorgde ik ervoor dat we, zo vaak als mogelijk was, samen iets konden doen. Vanwege beperkte financiële middelen vaak een bioscoopje (wat toen echt veel goedkoper was dan nu en natuurlijk lang voor het Netflix tijdperk), en als het kon een kopje koffie buiten de deur. We waren dan even meer dan alleen ouders en kwamen tot andere gesprekken.

Met de kinderen gingen we wandelen, kastanjes zoeken, naar een circus, en altijd met ons vieren op kampeervakantie. Ik vond dat belangrijk omdat mijn liefste, met heel lang zijn twee banen, voor de kinderen niet veel beschikbaar was.

In deze tijd waarin ik zoveel mensen zie worstelen met het vinden van een partner vraag ik mij vaak af, worden mensen nog verliefd? Durven ze nog op hun gevoel af te gaan? Durven ze er nog voor open te staan?

Ik zou ‘stoer’ kunnen zeggen dat we straks ons 40 jarig huwelijk vieren omdat we het ‘zo goed gedaan hebben’, omdat we doorzetters zijn, omdat we zoveel verantwoordelijkheidsgevoel hebben, omdat…vul het maar in. Maar ik weet dat de waarheid is dat we niet van elkaar weg hadden gekund vanwege de liefde…voor elkaar.

Mijn kleine Indi

Wat zijn we blij dat je er bent. Een maand voordat je werd verwacht kwam je geboorte spontaan op gang.

Toen wij je zagen was je een paar uur oud, een heel klein, mager jongetje in een luier waar je in zwom en een mutsje tot op je ogen.

Mijn kleine Indi, als je van liefde kon groeien zou je al snel een heel groot jongetje zijn want gelukkig is dat iets waaraan het je nooit zal ontbreken.

Je pappa en je mamma, je opa’s en je oma’s, hier en in Roemenië, je tante, oom en hun kindjes, door ons allemaal zul je overladen worden met liefde. Zelfs toen je er nog niet was hielden wij al van jou.

Wat ik verder voor jou wens is dat je gezond mag blijven, je hele leven lang. Omdat je zo vroeg bent geboren moet je nog worden geholpen met ademhalen en je kunt nog niet zelf genoeg drinken dus ook daarbij krijg je hulp van de lieve zusters in het ziekenhuis.

Je hebt geluk met je pappa en mamma want zij staan goed in het leven. Zij behandelen elkaar met respect, ze houden zielsveel van elkaar en hun belang is altijd het belang van de ander. Ze nemen verantwoordelijkheid voor wat ze doen en hebben oog voor de wereld om hun heen.

Ik heb er alle vertrouwen in dat ze jou alles zullen geven wat je nodig hebt. Dat ze in staat zullen zijn jou een goed leven te geven in deze complexe wereld.

Lieve Indi, eigenlijk heb je alles al wat je nodig hebt en daarom wens ik jullie alleen maar heel veel geluk en plezier met elkaar en hoop ik dat ik heel vaak bij jou mag zijn om ook een beetje voor je te zorgen.

Dag liefje, ik kijk er heel erg naar uit jou net zo goed te leren kennen als je ‘grote’ neef en nicht. Ik stuur je zoveel mogelijk liefde zodat je snel in je eigen bedje bij pappa en mamma mag slapen.

Liefs van oma Romy.

Bepalen wij…of social media?

Toen onze kinderen klein en later tieners waren, waren wij nog lang ‘klein-verdieners’. Al gunden we ze alles, ze konden niet zomaar nieuwe kleren krijgen en ook qua speelgoed konden ze niet aan elke rage meedoen. Ik herinner me ook niet dat ze ergens om zeurden.

Ik weet nog dat we onze kinderen op een lagere school wilden hebben die niet het dichtst bij ons huis was. Een moeder die ook een kind had op dezelfde peuterspeelzaal als ons meisje, zei toen: ‘Dat moet je niet doen hoor, dan moet je kind altijd merkkleding dragen, anders hoort ze er niet bij,’. En ik zei: ‘Maar daar zijn wij toch zelf de baas over,’.

Rond de overgang van onze oudste van basis- naar middelbare school was er onder hun leeftijdsgenoten een hype om een bepaald soort oversized vest te dragen, een Dready. Ze waren extra large, hadden een deelbare rits en een capuchon en een merktekentje met de naam erop. En ze kosten 120 gulden. Een enorm vermogen voor onze kleine portemonnee…maar die wilden ze heel graag en die kregen ze van ons.

In de Volkskrant van 10 juni jongstleden lees ik over ‘het galafeest’. Volgens de briefschrijfster ‘een uitputtingsslag van beter, mooier en meer’. Het blijkt de jongeren van nu veel stress op te leveren vanwege het feit dat ze wel ‘de juiste jurk’ moeten hebben, de vraag of ze wel of niet een visagiste laten komen, of ze gelnagels nemen of acryl, nepwimpers laten zetten. Ouders blijken mee te moeten/willen betalen aan ‘een limousinerit’.

‘Gekkigheid,’ is mijn eerste gedacht. Onze kinderen hebben ook destijds aan zo’n galafeest deel genomen, allebei in een zelfgekozen, heel betaalbare, lange jurk. Op hun aanwijzing heb ik, of misschien zij wel bij elkaar, hun haar opgestoken en de make-up die ze op wilden, hebben ze zelf aangebracht.

Verderop in de brief lees ik waar wij destijds geen last van hadden…social media en de daarmee gepaard gaande, dwingende vergelijkingsmaatschappij. Mevrouw eindigt haar brief met dat ze alvast een spaarrekening wil gaan openen, speciaal voor het komende galafeest voor haar (vermoed ik) nu nog jonge kinderen.

Ik zou mevrouw graag willen meegeven dat het nog steeds anders kan. Wanneer je je kinderen sterk in hun schoenen kunt krijgen zullen ze minder last hebben van die dwingende vergelijkingsmaatschappij. Dan blijven ze baas over zichzelf en kunnen het galafeest meemaken naar hun eigen idee van kleding, make-up en alles zoals ze dat verder zelf willen.

De beleving van hun jeugd is iets wat kinderen hun verdere leven meenemen en het is jammer wanneer die herinnering is de stress die ze hadden, van wat wij niet hadden maar juist heel leuk kan zijn…social media.

Onmachtig

Wanneer ik lees over gewelddadigheden, die ouders hun kinderen aandoen, dan kan ik mijn oren bijna niet geloven. Een vader die zijn kind verkracht, een ouder die zijn kind zijn eigen kots laat opeten, een ouder waarbij je steeds veilig bent totdat hij of zij plotseling ontploft en je bijna vermoord. Ik kan dit moeilijk bevatten, maar heb hier nu zo vaak over gelezen dat ik weet dat het veel te vaak voorkomt. Een ouder die een kind geweld aan doet…

En ik lees over ouders die hun kind altijd op het allerhoogste niveau willen laten acteren. Ze mogen niet zomaar voetballen, nee, ze moeten in het hoogste elftal komen in hun leeftijdsgroep. Daartoe worden ze vanaf de kant aangemoedigd en thuis wordt de wedstrijd nabesproken. Wat hadden ze anders en vooral beter kunnen/moeten doen. Ze moeten naar het HAVO en nog liever, het VWO. Als ze het op eigen kracht niet voor elkaar krijgen dan huren de ouders steunlessen in en een examentrainer, alles om hun kind te laten stralen (of henzelf?). Ik lees over kinderen met een burn-out. Soms nog niet eens oud genoeg om naar de middelbare school te gaan, en dan al teveel stress…

Een ouder die een kind geweld aandoet heeft hulp nodig van de GGZ en Jeugdzorg. In mijn beleving moet daarbij de ouder uit huis worden geplaatst en niet het kind. De achtergebleven ouder kan dan met het kind thuis hulp krijgen. Waarom moet het kind uit huis worden geplaatst terwijl het de ouder is die vreselijke dingen doet?

Ook de andere ouders acteren uit en soort onmacht maar die zou ik willen vragen anders naar hun kinderen te kijken en beter naar ze te luisteren. We hebben allen ons eigen niveau en tempo. Wat kinderen nu presteren zegt niet alles over waartoe ze in staat zijn en er is een aloud gezegde ‘je bent nooit te oud om te leren’ en dat gezegde is waar. Kinderen hebben liefde en veiligheid nodig en dat er naar ze geluisterd wordt. Grote kans dat ze daarmee vanzelf het niveau halen waar ze zich goed bij voelen en waarin ze kunnen stralen.

Er is een groot verschil tussen deze twee groepen mensen en waar ik op doel is dat het belangrijk is dat de mensen die hulp nodig hebben, van de instanties die daarvoor zijn, daar niet te lang op hoeven te wachten.

Soms kan zomervakantie ook een belasting zijn

Nu heeft iedereen heerlijk vakantie en hoeft er lekker geen kind naar school. Zomervakantie was voor ons vroeger een heerlijke aaneenschakeling van lange, vrije dagen waarop wij bijna de hele dag mochten doen wat we wilden. Lekker lang uitslapen. Volgens mij hielden mijn broers en zussen en ik daar heel erg van. Lezen zonder dat je hoefde te stoppen om huiswerk te maken of naar bed te gaan. We mochten ook altijd langer opblijven. En omdat we niet op vakantie gingen kregen we  een zwemabonnement en lagen we veel in het zwembad, of op de zonneweide, of op de tribune bij het diepe bad, met elkaar en onze vrienden.

Ik was soms wel een beetje jaloers op kinderen die met hun ouders ‘op vakantie’ gingen maar de vrijheid die we hadden en dat we samen waren maakten alles goed.

Tegenwoordig zijn er best veel kinderen die het omgekeerde meemaken, namelijk, alle weken ‘op vakantie’ en soms is iets wat heel leuk is niet echt leuk meer vanwege de overdaad. Zoals voor een kind als Jochem.

‘Hé Jochem,’ begroette juf hem enthousiast na een zomervakantie, ‘je bent er weer, wat fijn. Heb je een leuke vakantie gehad?’

‘Ja, juf, hartstikke leuk,’

‘Ben je nog weg geweest?’

‘Ja, eerst met mamma en Robin en Woutje drie weken naar Texel. Op een hele mooie camping met een grote speeltuin. En toen met pappa en Annemarie en Lizzy en Eefje drie weken naar Tenerife in een heel mooi huis vlak bij het strand. En we gingen surfen en met zo’n parachute heel hoog achter een bootje aan hangen. Gaaf was dat juf,’

‘En wanneer ben je thuisgekomen Jochem?’

‘Zaterdag en toen gingen we nog even naar oma,’

Een week later was Jochem ziek en sprak juf zijn moeder even toen ze Woutje naar de speelzaal kwam brengen.

‘Ik houd hem maar even een paar dagen thuis. Hij was zo moe.’

Hoe luidt dat spreekwoord nog maar … ‘overdaad schaadt’?