Verschillen en een overeenkomst

Oud of jong. Oud of nieuw. Groot of klein. Dik of dun. Veel of weinig. Rijk of arm. Ziek of gezond. Wit of zwart. Dom of intelligent. Compassie of haat. Haat of liefde. Initiatiefrijk of passief. Tevreden of ontevreden. Lhbtiq+ of hetero. Monogamie of polyamorie. Het glas is halfleeg of halfvol. Dag of nacht. Boos of blij. Blij of verdrietig. Hard of zacht. Spannend of saai. Moeilijk of gemakkelijk. Gesloten of open. Alles of niets. Veilig of onveilig. Oorlog of vrede. Bombarderen of opbouwen. Samen of alleen. Mooi of lelijk. Rustig of druk. Allochtoon of autochtoon. Hoog of laag. Stad of platteland. Vleeseter of vegetariër.  Verlegen of brutaal. Huismus of wereldreiziger. Lang of kort. Bankhanger of actieveling. Alcoholist of geheelonthouder.

Mensen en dingen lijken in deze tijd alleen maar uit tegenstellingen te bestaan. Er is polarisatie en dat doet ons alleen maar kwaad. Tussen al deze tegenstellingen zit nog veel nuance. Het heeft geen zin om jong te willen blijven. We worden ouder, gelukkig maar, want anders waren we er niet meer. Leven of dood.

Tegenover de haat die er veel teveel is in deze wereld kunnen we compassie tonen. Oorlogen kunnen wij als eenlingen niet bestrijden, maar we kunnen compassievol omgaan met de mensen die we tegenkomen, met wie we te maken krijgen.

Tevreden is een mooi woord en we kunnen het worden. Wanneer ik erbij stilsta wat er allemaal gebeurt in de wereld dan stemt het mij uitermate tevreden dat ik mijn leven heb, dat ik in dit land mag wonen ook al heb ik genoeg kritiek op de mensen die stinkend hun best doen om het te besturen. Ik kijk met compassie naar onze bestuurders. Ik denk zeker te weten dat ze het goed willen doen maar niet meer weten hoe dat moet, omdat ook het leven in Nederland steeds complexer is geworden.

Er zijn veel verschillen tussen ons maar één ding blijft en ik hoop dat we dat allemaal kunnen blijven zien…dat we allemaal mensen zijn en allemaal evenveel waard.

Nooit te laat

Vanaf de lagere school weet ik niet anders: altijd als laatste gekozen met gym en een F diploma voor sport waarvan ik wist dat dat het laagst haalbare diploma was. En ik begreep het ook goed. Zwaaiend aan de ringen kon ik het ‘dode punt’ niet vinden en gooien en vangen was ook niet mijn sterkste punt.

Ik hield niet van sport en deed er in mijn jongvolwassen leven niets aan.

Rond mijn veertigste ging ik hardlopen. Met een vriendin begon ik aan de eerste training voor de Vier Mijl. We woonden vlak bij elkaar en liepen elke week een paar rondjes. On en off hebben we ongeveer 20 jaar die 4 Mijl gelopen. Niet altijd samen, maar als één van ons liep stond de ander aan de kant. Echt hardlopen kan ik nog steeds niet, maar het voelde wel goed. Ik voelde me fysiek sterker dan in de jaren daarvoor.

Na mijn 60ste liep ik nog twee keer een City-run en daarna was het met het lopen gedaan. Ik werk nog weinig en ben het liefst altijd thuis. Met steelse blik volgde ik  wel de oefeningen die mijn man regelmatig doet en op een dag, midden in een vakantie, dacht ik: ‘Dat kan ik natuurlijk ook,’ en begon aan drie kleine oefeningen, maar wel om de andere dag. Ik breidde het aantal geleidelijk uit naar negen oefeningen en houdt dat al meer dan een jaar vol. Nu zie ik ook dat mijn spieren sterker zijn geworden en dat maakt het gemakkelijk volhouden.

Op aanwijzing van mijn dochter vond ik een Zumba-les voor ouderen. Een pittige les van drie kwartier volop up tempo bewegen. Ieder doet het op zijn eigen manier en ik merk dat ik goed kan meedoen. Het laatste kwartier doen we een work-out op de mat met net wat verdergaande oefeningen dan die ik thuis doe. Het samen met anderen doen maakt dit voor mij te doen en prettig.

Na het beluisteren van de podcast van Lisette Meijer ‘wat ze je niet vertellen over spierverlies activity’ weet ik dat wat ik doe, belangrijk is voor mijn ouder wordende lichaam. We denken, en dat dacht ik ook altijd, dat we vet willen verliezen. Maar het is belangrijker om spierkracht te behouden en zo mogelijk nog op te bouwen. En daarvoor is het dus nooit te laat.

Leven op een manier die echt bij je past

In een oude Flow kom ik een artikel tegen van journalist Annemiek Leclaire. Zij schreef in 2019 het boek: Minder moeten, meer leven-Ontploeteren in de burn-outmaatschappij (Ambo| Anthos). Het gaat over authentiek leven wat in het artikel wordt omschreven als: leven op de manier die echt bij je past.

Toen wij ons jonge gezin startten kozen wij ervoor dat ik voor 90% mijn baan opgaf om voor de baby en ons huishouden te zorgen. Of misschien deden we het gewoon in navolging van onze ouders. Onze vaders werkten en onze moeders waren thuis. Het hield wel in dat we een klein inkomen hadden en dus niet veel (financiële) ruimte om veel te kunnen kopen of doen. We waren jong en accepteerden ons leven, zoals het was.

Na een aantal jaren begon ik weer te werken en konden we cursussen doen en een opleiding. Onze financiële ruimte werd groter en we kochten ons eerste huis. Toch hadden we nog best lang een schuld in de vorm van een persoonlijke lening. We betaalden daarmee veel meer terug dan we ooit hadden geleend. Zo was het en we wisten ook niet hoe het anders kon. Wij betalen altijd ‘de hoofdprijs’ en we weten ook dat dat een keuze is.

We zullen nooit rijk worden van geld. Enerzijds omdat we daar niet op uit zijn en anderzijds omdat dat ons gewoon nooit zou lukken. Persoonlijk denk ik ook dat ik daar niet gelukkiger van zou worden. Geld maakt wel het leven een stuk gemakkelijker. Maar nog meer dan geld (genoeg) hebben is het fijn dat we gezond zijn. We worden ouder en gelukkig nog steeds gezond.

Moeten, moeten, moeten, druk, druk, druk is niet onze dagelijkse modus. Black Friday (nu al even geleden) is weer geruisloos aan ons voorbij gegaan. Hoeveel kleding kun je dragen, hoeveel spullen kun je hebben. Hoe druk kun je je maken?

Misschien hebben wij wel een authentiek leven.

Voor het leven

We waren allen nog echt jong. De oudste twee 32 en de allerjongste nog niet geboren. We kwamen bij elkaar op het pleintje wonen en hun eerste bezoek was het kraambezoek bij ons, een paar weken later. Hun jongens waren zes en acht en ons oudste meisje drie. Ons babymeisje van toen heeft nooit een tijd gekend dat ze niet in ons leven waren.

Het klikte meteen tussen ons. We liepen niet de deur bij elkaar plat, maar er was regelmatig contact. Wanneer er iets te doen of vragen was op medisch of technisch gebied, een opgelopen wond of een rolschaats die wat stroef liep bijvoorbeeld, renden onze meisjes naar onze vriend toe in het vaste vertrouwen dat hij het ging oplossen…en dat vertrouwen heeft hij nooit beschaamd.

Toen onze jongste drie was huurden zij met kerst een huisje in een bos en wij mochten met hen mee. Het was een echte winter met sneeuw en omdat hun jongste zoon op ‘derde kerstdag’ jarig is kwam zijn verjaardagsvisite daarheen om, in die extra feestelijke omgeving, zijn verjaardag te vieren. Het was een heerlijke week waarin hun grote jongens zich een beetje ontfermden over onze kleine meisjes. Tussen ons groten, viel geen onvertogen woord.

In een jaar waarin ik me heel onzeker voelde was het onze vriendin bij wie ik mijn hart uitstortte. Zij luisterde liefdevol en verzekerde me dat het allemaal okay was. Onze band was al goed maar werd op dat moment onverbrekelijk.

We hebben vreugde en verdriet met elkaar meegemaakt zoals dat gaat in zo’n lange vriendschap. Onze kinderen kregen zelf kinderen en al zien ze elkaar niet vaak, zij zullen ook altijd aan elkaar verbonden blijven. De cijfers in onze leeftijden zijn langzamerhand behoorlijk opgelopen en binnenkort bereiken onze vrienden een nieuwe mijlpaal die we weer met elkaar zullen vieren.

Vrienden die voelen als familie en waarvan ik weet…van deze mensen zal ik altijd houden, alsof ze familie zijn.

Stel je voor

Stel je voor dat opsporingsbeambten mensen hadden opgespoord om ze te helpen met het invullen van de moeilijke formulieren voor welke toeslag dan ook. Dan hadden ze kunnen voorkomen dat verkeerde vakjes werden ingevuld. Dan hadden ze ervoor kunnen zorgen dat de formulieren goed en volledig konden worden ingevuld.

Dan waren niet mensen beschuldigd van fraude, dan waren niet kinderen bij hun ouders, soms met geweld, weg gehaald. Dan hadden mensen niet zoveel stress opgelopen waardoor ze allerlei andere kwalen kunnen krijgen.

Stel je voor dat de verantwoordelijken van de toeslagenaffaire alles weer goed hadden kunnen maken voor alle gedupeerden en ze bovendien persoonlijk excuses hadden aangeboden. Daarmee hadden ze de mensen hun waardigheid terug gegeven.

Stel je voor dat mensen die kunnen en willen samenwonen niet bang hoefden te zijn dat ze werden gekort op hun uitkering. Ze hadden dan meer te besteden en konden zo bijdragen aan de economie en nog beter, aan hun eigen welzijn.

Er zouden veel meer woningen beschikbaar komen om te verhuren of verkopen in plaats van delen van de week leeg te staan, omdat mensen die bij elkaar horen ook regelmatig bij elkaar willen zijn.

Stel je voor dat we meer kozen voor tweedehands kleding in plaats van goedkope kleding kopen van bedrijven die dit zo goedkoop kunnen verkopen, door hun personeel op verschillende manieren uit te buiten. Kleding die bovendien na een aantal wasbeurten niet meer te dragen is.

Stel je voor dat we gewoon weer naar een winkel zouden gaan om artikelen te kopen in plaats van online bestellen en laten bezorgen. Gewoon een patatje zouden halen bij de patatboer en een pizza bij de pizzaboer. Dan zou de straat niet belemmerd hoeven worden door een grote auto waaruit de chauffeur zo snel mogelijk een pakje moet halen om te bezorgen omdat hij eigenlijk niet genoeg tijd krijgt voor dat bezorgen. Dan zouden niet maaltijdbezorgers hoeven rond te fietsen of te wachten tot er een maaltijd bezorgd moet worden.

Stel je voor dat er geen agressors waren die een oorlog begonnen. Dan kon iedereen vredig in zijn eigen land wonen zonder angst. Dan zouden niet mensen hoeven vluchten uit hun huizen die worden weggebombardeerd.

John Lennon zong het al lang geleden: war is over IF we want it. En zo is ook al het andere…een keus.

Je leven leiden…of lijden?

Toen mijn man en ik onze relatie begonnen hadden we, net als veel andere mensen, problemen met onze communicatie. Het was vooral moeilijk om te begrijpen wat we bedoelden met wat we zeiden. Dat is logisch wanneer je elkaar net leert kennen omdat we meestal uit verschillende achtergronden komen en die achtergronden bepalen hoe wij in het leven staan en interpreteren wat we horen en beleven.

We kregen snel ons eerste kind en voor ons was dat, behalve het geluk om het kind, ook een geluk voor onze moeizame communicatie. Er was voor ons noodzaak om elkaar te begrijpen zodat we van elkaar wisten wat we wilden met ons leven en het leven van het kind dat wij op de wereld hadden gezet.

Ik zie om me heen mensen die al langer bij elkaar zijn en die communiceren op een manier waaruit, zoals het lijkt, ze elkaar ofwel niet begrijpen ofwel niet willen begrijpen. Ik ben daar nieuwsgierig naar, begrijpen ze elkaar niet, of willen ze elkaar niet begrijpen. Wat heb je bij dat laatste te winnen?

Wij begrijpen elkaar inmiddels, denk ik, zo’n 90% van de tijd en daarmee kunnen we ons leven aardig leiden zoals we willen. Voor mij betekent dat dat we ons meestal goed voelen bij elkaar. En goed betekent dan leven in een prettige sfeer. En een fijne relatie hebben met onze kinderen, die ook een prettige relatie hebben met elkaar.

De frequentie waarmee we elkaar bezoeken is groot. Wij bezoeken elkaar vaker dan dat de gemiddelde familie doet. Dat geldt voor mijn gezin en dat geldt ook voor mijn familie, zelfs nu onze ouders al geruime tijd niet meer leven. Ik realiseer me dat dat een keuze is waarin we gesteund worden door de mensen met wie we ons  leven delen.

Communicatie is een van de moeilijkste onderdelen van een relatie. Ik had het graag eerder willen beheersen omdat het invloed heeft gehad, en heeft, op de mensen met wie ik relaties onderhoud. Het meest natuurlijk op onze kinderen van wie we, onder andere, goed communiceren hebben geleerd . Ik ben blij dat zij weten dat ze tegen mij alles mogen en kunnen zeggen. Wanneer mij dat raakt zal ik erover nadenken en erop terug komen om zeker te weten dat wij elkaar goed begrijpen.

We hebben op heel veel onderdelen van ons leven geen invloed maar waar we wel invloed op hebben is op hoe we communiceren. Kwetsbare zaken aanroeren is moeilijk, maar het bepaalt voor een groot deel of we ons leven leiden…of lijden.

Stille nacht in de zomer

‘Eerst mammie en dan ik,’ dat heeft hij altijd gezegd, ‘en ik ga als ik 92 ben.’ Dat laatste was hem verteld in een droom. Hij had gedroomd over een paspoort dat hij had en dat paspoort was nog 5 jaar geldig. Hij was toen 87. In het verzorgingshuis waar ze een jaar later gingen wonen bleven we komen zo vaak als we thuis hadden gedaan. We wisten allen: dit is hun laatste station. Al toen mammie er nog was begon hij dromen te krijgen die hij opschreef. Zo droomde hij eens over twee duiven waarvan er een dood was en een zwaar gewond.

Toen hij op een nacht wakker werd en mammie stil en bewegingsloos naast hem lag was hij in en in verdrietig en ik denk de meesten van ons, waaronder ikzelf, in shock. Natuurlijk hadden we allemaal gezien dat ze steeds verder achteruit ging, maar ze was onveranderd elke dag op geweest.

Hij kreeg een kleinere kamer nadat zij was overleden. Hij was inmiddels 92 en in mijn tas zat al maanden een papier met daarop drie psalmen die wij zouden zingen wanneer hij op zijn sterfbed lag. Precies zo had hij ons dat gevraagd. Na mammies plotselinge overlijden had ik mij afgevraagd hoe we dat zouden doen. Bij mammie hadden we dat niet geweten.

Toen hij mij, op een warme zomerdag vroeg bij die psalmen ‘Stille nacht’ te voegen wist ik even niet hoe ik het had. Het zou wat vreemd zijn die midden in de zomer te zingen maar natuurlijk zouden we dat doen.

Hij werd 93, wat niemand had verwacht, maar waar we wel verschrikkelijk blij mee waren. Dat hij de aanwijzing daarvoor al lang in een schrift had geschreven hadden we allen over het hoofd gezien, maar later lazen we er de zin ‘dus tot december’ in.

Eerste kerstdag van dat jaar was ik ’s avonds met een schoonzusje en drie broers bij pappie toen ik voorstelde de psalmen te zingen. Hij lag toen bijna een week in bed. Kort daarvoor had hij ons verteld over het prachtige banket waarover hij had gedroomd. Aan lange tafels met witte kleden hadden mensen gezeten, allen ook in het wit gekleed. Hij had het gevoel dat er belangrijke mensen werden verwacht, zo mooi had het eruit gezien. Met een zusje bleef ik die nacht slapen en pappie was heel onrustig. Hij piepte er zachtjes tussenuit toen wij net, doodmoe, in slaap waren gevallen. Het was tweede kerstdag.

Zouden er veel mensen zijn die zo de regie over hun eigen sterven mogen voeren? Tot zijn overlijden legden wij de droom over de twee duiven verkeerd uit. Hij en mammie zijn zo’n 70 jaar echte tortelduiven geweest en op hun graf staan twee duiven, naar elkaar kijkend, afgebeeld. Maar we begrepen pas de betekenis ervan toen precies 7 maanden na pappie ons jongste zusje overleed terwijl een van onze broers al ernstig ziek was…  

Het vak relaties, seks en liefde

In Tijdsgeest van 16 november 2024 staat een groot interview met Beatrijs Smulders ‘misschien wel de beroemdste verloskundige van Nederland’. Mevrouw Smulders is al een tijdje met pensioen maar ‘de activist in haar is nog volop aan het werk’. In dit grote interview benoemt zij kwesties die vrouwen in een zwakke positie zet ten opzichte van mannen en ze geeft er ook een aantal oplossingen voor.

Zo verzamelt ze handtekeningen voor een langer doorbetaald ouderschapsverlof voor beide ouders. En ze stelt dat vrouwen bij hun eigen mannen het voortouw moeten nemen door te zeggen: ‘We krijgen samen een kind. Ik ga parttime werken en jij ook.’ Als vrouw voelt het dan niet ‘alsof je een dip hebt in je carrière, want dat geldt dan ook voor mannen’.

Stel je voor dat beide ouders een jaar ouderschapsverlof krijgen, waar mevrouw Smulders voor pleit, met behoud van 70% van het salaris. Wat zou dat de geboorte van het gezin en de eerste 1000 dagen van de baby goed doen. Met ook nog een goede oudercursus, te beginnen tijdens de zwangerschap, zullen relaties veel meer kans hebben om stand te houden en daarmee oorspronkelijke gezinnen om bij elkaar te blijven.

Wat ik ook een heel goed idee van mevrouw Smulders vind is dat het vak ‘relaties, seks en liefde’ een hoofdvak zou moeten zijn op school. Liefdevol communiceren zou daar een onderdeel van kunnen zijn. Communiceren is voor veel mensen moeilijk en kan een belangrijke reden zijn voor een moeizame relatie. Hulp vragen wanneer we eenmaal in een volwassen relatie zijn is iets wat we niet zomaar doen. Voorkomen is daarom beter dan genezen.

Een nieuwe seksuele beschaving waar mevrouw Smulders in dit interview ook over praat kan dan een stuk dichterbij komen. Bewustwording is een eerste stap in elke verandering die we willen maken en die verandering in relaties, seks en liefde kan heel goed beginnen met een belangrijk vak op school.

Zondagavond stampotten

Een aantal jaren geleden, voor de coronatijd, nodigde ik bij ons familie, vrienden en bekenden uit voor wat ik hoogdravend noemde mijn ‘vrijdagavond diner’. Op ons mooiste servies serveerden we een eenvoudig voorafje (meestal een schijf honingmeloen met serranoham), een hoofdmaaltijd van lamsvlees met opgebakken aardappelen en salade, een nagerechtje (vaak griekse yoghurt met honing en hazelnoten). Mijn man zorgde voor de drankjes en we sloten af met thee of koffie en bonbons en/of andere chocolade.

Na de maaltijd vroeg ik dan de gasten iets in mijn gastenboekje te willen schrijven en dat zijn heel dierbare en tastbare herinneringen geworden. Wanneer ik door die boekjes blader komen de verhalen en gesprekken terug en weet ik weer precies wat zo bijzonder was aan die mooie avondjes.

Door corona kwam de klad erin en zo is het lang gebleven.

Toen we, in ons nieuwe appartement, onze eerste gasten kregen die bleven eten maakte ik (vanwege het weer) mijn favoriete stamppot en dat was weer zo’n leuke avond dat we besloten met regelmaat dit te herhalen. We eten weer van ons mooie servies en breidden uit naar twee stampotten zodat onze gasten kunnen kiezen. Ook in het vlees hebben ze een keuze en toen we een vegetarisch etende gast kregen zorgde mijn man ervoor, dat er voor haar ook wat te kiezen viel.

Het dessert kan variëren maar zal er altijd zijn en ook de afsluiting met koffie, thee en chocolade zal een vaste waarde blijven.

Mijn man zegt altijd: ‘Eten moeten we toch,’ en al denk ik al kokende steeds weer: als ik het maar goed voor elkaar krijg…en op tijd, de dieper gaande gesprekken die we op deze avondjes met elkaar voeren zijn mij enorm dierbaar. Die krijg je niet in een groter gezelschap of ergens in een willekeurig restaurant.

Vrijdagavond diner, zondagavondstamppotten, het gaat helemaal niet om het eten. Het samenzijn, de gezelligheid en vriendschap delen is waar het om gaat en wie weet ga ik ook het gastenboekje weer in ere herstellen.

Hulp die elke prille ouder kan gebruiken

Ik krijg een opiniestuk toegestuurd met de titel: Baby-advies kan veel leed voorkomen (Dagblad van het Noorden van 14-11-2024). In dit stuk vertelt jeugdarts in ruste A. van Kleij-van Rossum over een informatiefolder die ze ooit schreef, bedoeld om uit te delen aan jonge ouders. Helaas is daar destijds niets mee gedaan. De aanleiding voor haar om dit opiniestuk te schrijven is de dood van een baby die misschien met deze tips te voorkomen was.

Haar advies bestond uit een opzet in drie stappen: 1. Probeer te ontdekken waardoor je baby zo huilt. Heeft hij honger, is hij te warm gekleed. Is hij oververmoeid of heeft hij pijn. 2. Help je baby om te ontspannen. Wieg hem zachtjes en praat zachtjes tegen hem of maak sussende geluidjes. Soms helpt het om hem stevig in een doek te wikkelen. 3. Zorg dat je baby veilig is. Als je voelt dat je boos wordt en je geduld gaat verliezen leg dan je baby op een veilige plaats, in zijn bedje of de box. Probeer dan zelf weer kalm te worden of vraag hulp bij familie of vrienden.

Het is echt jammer dat met zo’n belangrijke informatiefolder, geschreven door een jeugdarts, niets is gedaan.

Op de website 24baby.nl vind ik de vijf geluiden van Dunstan Babytaal, deze vertaalt de vijf ‘huiltjes’ van baby’s naar wat ze nodig hebben. Een geluid dat klinkt als ‘neh’ of ‘nah’ betekent dat de baby honger heeft. ‘Owh’ of ‘auw’ is vergelijkbaar met het geluid wanneer je hardop gaapt en geeft aan dat de baby moe is. Wanneer je baby de klank ‘eairh’ laat horen heeft hij last van darmkrampjes. Hij kijkt er meestal moeilijk bij en trekt soms zijn beentjes op. ‘Eh’ betekent dat hij een boertje moet laten. Het geluid lijkt erg op ‘neh’ of ‘nah’. Het is daarom belangrijk om goed naar de beginklank te luisteren. Het geluid ‘heh’ geeft aan dat de baby zich oncomfortabel voelt. Dat kan zijn door een volle luier of dat hij het te koud, of juist te warm heeft. Of misschien ligt hij in een ongemakkelijke houding.

Door de adviezen van de jeugdarts en de uitleg van de Dunstan Babytaal in een cursus voor aanstaande ouders een plaats te geven, en de cursus daadwerkelijke aan ouders te geven, kunnen ze adequaat op het huilen van hun baby’s reageren. Dit kan mogelijk leed, zoals genoemd in het opiniestuk, voorkomen.