AD(H)D en ik, deel 2

Wanneer ik mijn blog ‘AD(H)D en ik’ op LinkedIn zet is het eerste dat ik zie een filmpje over een aflevering van Nadia met als onderwerp…ADHD. ‘Wat toevallig,’ denk ik en begrijp vervolgens dat het natuurlijk het ‘algoritme’ is dat daarvoor heeft gezorgd.

Ik ben getriggerd om de uitzending terug te zien en doe dat een paar dagen later. Nadia heeft vier gasten met AD(H)D en ook in het publiek geven mensen aan ‘het’ te hebben. Verder geven een psychiater en een socioloog een visie op dit ‘fenomeen’.

Het is vrij algemeen bekend dat mensen met AD(H)D zoveel prikkels binnenkrijgen dat het heel moeilijk voor ze is om te focussen. Aan de andere kant kunnen ze een hyper focus hebben wanneer ze echt in een onderwerp geïnteresseerd zijn. Verder zijn ‘chaos’ ‘altijd alles kwijt’ en ‘niet kunnen plannen’ termen die mensen met AD(H)D maar al te goed kennen.

Ik hoor vier mensen met dezelfde verstoring in hun leven en ik hoor vier verschillende verhalen. Dit sterkt mij in het idee dat de omstandigheden waarin iemand leeft vooral bepalen hoe je hiermee om kunt gaan.

Door het grote gezin waarin ik ben opgegroeid heb ik veel rolmodellen en veel steun gehad. Ik wijt het daaraan dat ik in mijn werkende leven in ieder geval twee langdurige banen heb gehad. Ik heb ook een HBO opleiding kunnen doen en dat ik daarvoor veel meer moest werken dan mijn studiegenoten vond en vind ik normaal, aangezien ik aan alles altijd veel tijd kwijt ben. Ik ben vooral dankbaar dat ik (wat veel mensen met AD(H)D niet lijkt te lukken) al 41 jaar dezelfde liefdevolle relatie heb en met mijn man een gezin met kinderen en kleinkinderen heb kunnen stichten.

Dat eerder meer dan minder mensen ‘last’ hebben van AD(H)D vind ik niet gek. De prikkels waar we met elkaar aan worden bloot gesteld nemen toe met de diverse social media die zich nog steeds uitbreiden. Families zijn over het algemeen minder hecht dan toen ik een halve eeuw geleden mijn jeugd beleefde en jongeren vergapen zich aan rolmodellen die ze eerder onrust dan rust bezorgen.

Daarom hoop ik dat ouders, ondanks hun eigen drukke leven, oog en oor blijven houden voor hun kinderen. Zij kunnen, voor hen, de veilige haven en houvast zijn in deze complexe maatschappij. Want of je kinderen nou een ‘stoornis’ hebben of niet…ze hebben je in ieder geval nodig.