Ik was een angstig, verlegen meisje dat zich moeilijk kon verbinden met andere mensen. Echte vriendinnetjes had ik niet. In de klas kon ik me wel heerlijk verschuilen in die grote groep kinderen. Daarbuiten was elk moment voor mij hangen en wurgen. Na de laatste schoolbel kon ik gelukkig vluchten naar huis en weer opgaan in ons grote gezin.
Ik was ook een dromer. Zeker de eerste dertien jaar van mijn leven bracht ik (dag)dromend door. Vlak voor mijn dertiende verjaardag werden mijn oren wakker gezongen door The New Seekers. Zij bepaalden voor altijd mijn keuze voor muziek en openden tegelijk mijn oren voor de wereld om me heen. Eve en Peter, mijn idolen in de band, werden mijn eerste rolmodellen en zij hebben medebepaald hoe mijn leven verder zou verlopen.
Verder ben ik altijd een lezer geweest. Mijn eerste meisjesboeken heb ik stukgelezen omdat in dat grote gezin geen plaats was voor ‘veel’ maar wel oog was voor ‘wat’. De Dorientje Omnibus die ik ooit kreeg voor Sinterklaas waren dan ook drie boeken uit de reeks van mijn stukgelezen serie die ik erfde uit een doos met afgeschreven bibliotheekboeken.
Ik werd een tamelijk jonge moeder. Niet qua biologische maar wel qua innerlijke leeftijd. Ik was nog geen 25 maar in mijn hartje kwam ik nog niet veel verder dan menig andere net twintiger. Met mijn man, die ik toen nog geen twee jaar kende, was ik met een heel nieuwe wereld in contact gekomen. Het gestructureerd levende, kleine gezin waaruit hij kwam was precies het tegenovergestelde van het drukke, grote en chaotisch levende gezin waar ik uit kwam. Mijn heel sterke wens om per se bij hem te zijn heeft mijzelf toen verbaasd, maar ik kon niet anders. Toen wij wisten dat ons eerste kindje aanstaande was wilden wij beiden ook niet anders. Dit kindje was van ons en wij gingen voor haar zorgen. Zo goed en zo kwaad als we toen konden.
Het was in die tijd dat ik een exemplaar in handen kreeg van Dr. Wayne Dyers’ ‘Niet morgen maar nu’. Het was het eerste spirituele boek dat ik ooit las. Het eerste boek dat mij op het spoor bracht van de gedachten die een mens kan hebben en de invloed van die gedachten op die persoon. Met de gedachten waarmee ik worstelde: ik kan niks, ik ben niet goed genoeg, mijn man geeft anderen de aandacht waarnaar ik hunker, ik moet voor altijd dankbaar zijn voor wat ik krijg, ik heb altijd precies niet wat ik heel graag wil hebben en anderen hebben dat wel (en dan heb ik het nooit over tastbare zaken), was het voor mij precies het boek dat ik toen nodig had.
Dit boek, samen met het gegeven dat een schoonzusje met ook kleine kinderen een studie frans ging doen, spoorde mij aan om mij verder te ontwikkelen en een thuisstudie HAVO Engels en Nederlands te gaan doen. Het was een eerste kleine stap naar mijn ‘bezield leven’.