Je weet waar je aan begint …

Onze oudste kleinzoon was nog echt jong toen hij van ons zijn eerste legodoosje kreeg. Een klein doosje, misschien vijf euro of iets meer. Een zakje met blokjes en wat onderdelen en een boekje waaruit we samen stap voor stap een legodingetje bouwden. In mijn beleving was hij drie, niet ouder. Ik zocht de onderdeeltjes voor hem uit en hij drukte ze op en in elkaar. Het is inmiddels bijna acht jaar geleden dat hij drie was maar ik zie ons nog samen zitten, met dat zakje en dat boekje. Voor oma was het net zo nieuw als voor het kleine ventje.
Na dat eerste Legodoosje kwam er al gauw een tweede doosje en in het begin lieten we de bouwwerkjes staan op een boekenplank tot hij kwam en ermee speelde. Als hij iets mocht vragen was het altijd Lego. Voor zijn verjaardag, Sinterklaas, een rapport of een grote vakantie. De doosjes werden groter en de constructies ingewikkelder. De bouwwerkjes laten staan was op enig moment niet meer te doen en de boekjes die ik nog lang bewaarde raakten uiteindelijk kwijt.
Zo kwam er een plastic box waarin we alles bij elkaar bewaren. Finn begon zelf bouwsels te maken en wist dan precies welke stukjes hij wou hebben. Vroeger was Lego een kwestie van blokjes, nu is daar van alles bij gekomen. Draaiende onderdeeltjes, piepkleine gekleurde knopjes, stukjes met een vlakke bovenkant, ramen, deuren, Jan Rap en zijn maat. Vind daar maar eens het goede stukje in.
Kleinzoon twee had een idee: “Waarom doen we niet de grote stukjes in de grote box en de kleine stukjes in een kleine,” Wat een goed idee. We begonnen opgetogen. Groot bij groot, klein bij klein. We namen zelfs een nog kleinere box voor de piepkleine dingetjes. We kwamen best wel ver, ondanks de peuter die om ons heen rende en helemaal wild werd van ons gewoel door al die kleine onderdeeltjes. In een onbewaakt ogenblik wist hij een graai in de bak te doen en later moest ik zijn romper van onderen los maken om hem te bevrijden van het gekriebel op zijn buik.
Nu hebben we drie bakken vol onderdeeltjes, zo goed en zo kwaad als het kan onderverdeeld in grote stukjes, kleine stukjes en piepkleine stukjes. Het idee dat de jongens ooit de oorspronkelijke bouwwerken kunnen of zullen maken heb ik al lang laten varen. Na een eindeloos gegraai in dus nu drie bakken ontstaan onder mijn ogen de mooiste en meest wonderlijke bouwwerken waar de kleinzonen precies van weten hoe ze het hebben bedacht en hoe ze moeten functioneren. De bijbehorende geluiden komen nog steeds uit de jongens zelf en ze hebben er eindeloos plezier aan.
Wist ik dit allemaal toen ik als jonge, naïeve oma met die Lego begon? Nee, dat wist ik niet. Vaak vraag ik me af hoe andere mensen dat doen. Hebben die een (vitrine) kast met al die in elkaar geknutselde bouwwerken? Spelen die kinderen precies met de werkjes zoals zij ze gebouwd hebben? Hebben ze alle boekjes bewaard, hoe doen mensen dat?
Voor mij geldt wat voor zoveel dingen geldt: Lego, je weet wel waar je aan begint maar waar het eindigt …?