Het vergeten kind TALKS

Ik krijg een appje van mijn kind: ‘Hoi, mam, het is de week van het vergeten kind, zie ik,’. Zij heeft gedoneerd en ik ben ook donateur. Ik heb twee weken geleden het blad ontvangen van The Unforgettables, de jongerenraad van de stichting Het Vergeten Kind. Zij zijn allen ervaringsdeskundigen en weten daardoor als geen ander wat kinderen in moeilijke thuissituaties doormaken. Zij zijn daarmee de beste ambassadeurs die zowel de stichting als de kinderen kunnen hebben.
Het papieren huis met het grote hart in het midden zit inmiddels op mijn raam geplakt. Het thema dit jaar is: Stop het wisselen van hulpverleners. In het magazine lees ik over kinderen die in een paar jaar tijd meer dan veertig tot één jongen zelfs 120 hulpverleners hebben gehad. En ik lees over een meisje dat zich afvraagt: ‘Wat is er mis met mij dat ik zoveel hulpverleners nodig heb,’. Inmiddels weet ze gelukkig dat ‘de hoeveelheid hulpverleners niets over haar zegt’. Gelukkig, want het ene gegeven geeft nogal een ander gevoel dan het andere.
Doordat de kinderen, die niet thuis kunnen wonen, in leef(tijds)groepen werden geplaatst moesten ze steeds doorschuiven naar een volgende groep. Het werd daar voor de kinderen erg onrustig van. Ze moesten steeds opnieuw hun verhaal vertellen en er waren per groep veel verschillende begeleiders en hulpverleners.
Sinds vorig jaar is er een ‘Echt Heppie (t)Huis’. Het Heppie (t)Huis is er voor kinderen van 6 tot 23 jaar en er is plek voor acht kinderen. Het heeft een klein groepje vaste opvoeders. In dit huis staat het ‘Klimaat van Aandacht’ centraal. Dit houdt in dat ze een positieve omgeving creëren en onder het gedrag kijken dat veroorzaakt wordt door de trauma’s. De opvoeders blijven warmte, liefde en knuffels geven, ongeacht het gedrag van de kinderen.
Dit huis, zo lees ik in ‘Het vergeten kind TALKS’, staat in de gemeente Geldrop-Mierlo. Het idee was van René van Camp van de stichting Het Vergeten Kind. Nu het eerste jaar Heppie (t)Huis er bijna opzit merken de opvoeders dat de kinderen meer rust vinden, meer vertrouwen krijgen en zich meer thuis voelen.
Wat heerlijk voor deze kinderen. Ik hoop dat er nog veel meer van deze Heppie (t)Huizen zullen komen in zoveel mogelijk gemeenten. Ik kan zelf niet rechtstreeks iets voor ze doen maar ik kan wel donateur zijn van de stichting en helpen het geld bij elkaar te krijgen om deze kinderen de zorg te geven die ze nodig hebben. En ik ben blij dat ik, door donateur te zijn, één keer per jaar zo’n mooi huisje voor mijn raam kan plakken en daarmee aandacht voor de kinderen kan vragen.
Het is overigens niet zo dat deze kinderen (door ouders of hulpverleners) vergeten zijn maar zij voelen zich zo en voor hen is dat niet fijn. Zij verdienen het ook om gelukkig te zijn.