Wat je echt wilt, dat kun je doen.

‘Oh, ja mam, ik zie het. Hij is een beetje breder.’ In ons piepkleine huisje hebben we een nieuw daybed. Een één meter vijfentachtig lang rotan daybed met een matras van zevenentachtig centimeter breed. Hij vervangt onze zelfgemaakte zestig centimeter brede bank waarvan de twee caravan kussens die erop lagen de afgelopen tien jaar ook als logeerbed fungeerden. Naast de plank/bank pasten precies een caravankussen en het matras dat ze voor haar jongste zoontje heeft meegenomen. Naast het daybed past het net niet.
We hadden de stoel, die aan de andere wand van het huisje staat, al opzij gezet maar we misten nog net een paar centimeter. De hocker, die normaal gesproken naast de stoel staat stond inmiddels tussen het keukenblok en de eettafel geklemd. Toen bleek dat nog net de lamp niet helemaal tegen de kant geschoven stond en daar vonden we de paar centimeter die we nog nodig hadden om de matrasjes naast elkaar te leggen.
Ons huis is niet voor niks ‘een tiny house’. Op ons ook niet heel grote stuk grond hadden we wel een groter huis kunnen plaatsen maar dat was niet toegestaan. Ik vind dat achteraf niet erg. Huis en grond zijn met elkaar in verhouding en op ons zomerplekje bevindt zich onze “woonkamer” vooraan op de steiger met de kleine kreek ervoor langs. Bovendien is er nu genoeg ruimte over om er met een klein trekkertje heen en weer te rijden, een stukje heen en weer te steppen of een potje voetbal te spelen.
Een extra slaapkamer hebben we niet maar ik kan me zelf ook nog herinneren hoe heerlijk ik het vond bij mijn ouders in de woonkamer te slapen wanneer alle kamers verder bezet waren. En zeg nou zelf, wanneer je weet dat je kind zich heel geborgen voelt wanneer ze met haar kinderen bij jou in het tiny house logeert, dan zet je daar toch letterlijk alles voor aan de kant?