Oh mijn jongetje toch. Stel dat we jou niet gehad hadden, wat hadden we dan enorm veel gemist. Alleen al het feit dat jij mij laat zien hoe mijn eigen kleinste meisje eruit had gezien als zij van het andere geslacht was geweest. Daarvoor krijgen, denk ik, niet veel mensen de kans.
Na al die Coronamaanden heb ik vandaag weer een keer op je gepast. Ik was wel klaar met dat niet meer oppassen op jou en je broer. Ik werd verwelkomd met een straaltje water die jij vanaf jullie balkon uit je waterpistooltje schoot.
Je wilde meteen naar de speeltuin om daar ook met een waterpompje te schieten en daarvoor kregen we van je mamma een bakje mee (met deksel) met daarin een laagje water. ‘Maar liefje, daar is toch een kraan in die speeltuin?’ vroeg ik. ‘Ja,’ antwoordde zij, ‘maar we hoeven dit water toch niet weg te gooien?’ Tegen zoveel logica kon ik niet op. In de speeltuin bleek het ook wel handig te zijn, dat bakje, omdat ik nu niet iedere keer naar de kraan hoefde te lopen.
De hele dag klets jij aan één stuk door en ik vind het zo aandoenlijk hoe jij probeert de woorden helemaal goed uit te spreken. Wat je bedoelt met ‘milonade’ is mij volkomen duidelijk en als ik herhaal met: ‘Oh, hebben jullie limonade?’ zie ik aan je koppie dat je iets opmerkt wat je nog niet helemaal begrijpt.
In de HEMA ontdek jij allemaal mooie en leuke dingen die je gaat kopen ‘als je net zo groot als oma bent’. En ik denk: ‘Nee, dat doe je dan niet,’ maar ik snap wel dat je dat nu graag zou willen. Wanneer je iets mag uitzoeken wijs je een groot doosje met stempeltjes aan. Een kleinere variant ligt ernaast en ik zeg: ‘Zullen we deze doen. Die zijn toch ook mooi?’ Je laat de twee doosjes node omruilen en zegt: ‘Als ik net zo groot ben als oma, dan koop ik die grote,’ en ik denk: ‘Flauw hoor oma, voor die ene euro kun je hem toch ook die grotere geven,’ ‘Okay,’ zeg ik, ‘pak die grote maar en dan is die voor jullie samen,’ Met een gelukzalige glimlach ruil je ze om en zegt: ‘Ja, voor ons allebei,’
Later in de speeltuin vertel je aan de moeder van een vriendje dat je pappa een nieuwe motor heeft gekocht. Aan mij vraagt ze: ‘Heeft hun pappa een motor gekocht of is het misschien een scooter,’ ‘Nee, ‘ zeg ik, ‘het is een nieuwe motor voor onze boot,’ Dat was ook wel wat veel voor jou om uit te leggen. En jij had het helemaal goed gezegd.
Ik had juist gedacht dat het laatste jaar op jouw passen was ingegaan toen de Coronacrisis de boel kwam verstoren en ik maanden niet bij jullie mocht oppassen. Nu gaat het om de laatste maanden en ik ben blij dat we het weer hebben opgepakt. Je wordt al zo groot mijn jongetje, van ‘klein’ kunnen we straks helemaal niet meer spreken. En ook als jij naar school gaat kom ik om de andere week naar jullie toe om in ieder geval nog een paar uur op die dagen bij jullie te zijn.