Niemand van ons weet, hoe oud we zullen worden. Dat is een van de mysteries van het leven. Het enige dat we zeker weten is dat we op enig moment aan het einde van ons leven zijn. En een heel grote onzekerheid, totdat het einde daar is, is wanneer dat zal zijn.
Wij hebben een broer en een zus op te jonge leeftijd verloren. Onze broer was 65, onze zus pas 48. Allebei zijn ze overleden aan een ongeneeslijke ziekte. Onlangs hebben we weer afscheid genomen van een dierbaar persoon die ook niet ouder mocht worden dan 49.
Gelukkig zijn onze ouders beiden echt oud geworden. Onze moeder 86 en onze vader 93. Dat kan dus ook. En daar hopen, denk ik, de meesten van ons op. Ze waren ook nog allebei samen tot het eind. Weliswaar in een verzorgingshuis maar wel in een echtparenkamer. En de meeste verzorging kwam toen van mijn vader. Mijn moeder was op het eind echt vergeetachtig en ze ging steeds minder eten. En terwijl ze, tijdens hun lange leven, allebei ernstig ziek zijn geweest hebben ze beiden, voor hun overlijden, geen ziekbed gehad.
Mijn ouders hielden veel van elkaar en ik vond dat voor ons een mooi voorbeeld. Natuurlijk maakten ze ook fouten en daar is geen van ons blind voor geweest. Zij waren echte mensen en echte mensen maken fouten. Maar ze hebben vooral heel veel goed gedaan, naar elkaar en naar ons, hun kinderen.
Ik probeer dat na te streven. Ik probeer goed te doen, naar mijn man en mijn kinderen, en tegelijk goed voor mijzelf te zorgen. En voldoende oog te hebben voor de mensen om ons heen. Het lukt helaas niet altijd, maar ik probeer het wel. Ik hoop dat ik, in navolging van mijn ouders oud mag worden, met mijn liefste en ons uitdijende gezin. En wanneer dat einde er is, hopelijk nog in een redelijk verre toekomst, weet ik dat ik geleefd heb zoals ik dat wilde en goed vond.
Ik vraag me wel eens af, of er mensen zijn die anders zouden leven wanneer ze zich realiseren dat een einde ook vroeg kan komen. Wat zouden ze dan anders doen?