Het eigen gezin.

We zijn 35 jaar getrouwd en zolang hebben we al ‘ons eigen gezin’. Wij zijn de vader en moeder van twee nog redelijk jonge vrouwen, twee schoonzoons en een ex-schoonzoon en opa en oma van vier kleinkinderen. De kinderen en kleinkinderen met wie we ons bloed hebben gedeeld zitten vast verankerd in ons hart. Wij hoeven niet bij elkaar te zijn om te weten dat we van elkaar houden en altijd bij elkaar zullen horen, wat er ook gebeurt.
De mannen die erbij zijn gekomen hebben we op ‘latere leeftijd’ leren kennen. De vaders van onze kleinkinderen waren jonge twintigers toen ze aansloten bij ons gezin. Ik heb hen niet onder mijn hart gedragen en ga respectvol en met liefde met hen om omdat zij kozen voor onze meisjes en met hen hun leven delen en deelden en ook onze nieuwe schoonzoon behandelen we met liefde en respect.
Het is een prettig en over het algemeen rustig leven en soms toch wat ingewikkeld omdat we verschillende mensen zijn met verschillende behoeften en ideeën. Van mijn man en mij is het door alle jaren heen ‘ons eigen gezin’.
Stel je nu het volgende voor: Een jong stel is wel of niet getrouwd en heeft een klein kindje van twee of drie wanneer een van de twee besluit niet met de ander verder te willen gaan. Het ‘eigen gezin’ wordt opgebroken. Het jonge stel is nog steeds jong en krijgen beiden een nieuwe relatie met allebei ‘nieuwe’ kinderen. De nieuwe partner wordt direct stiefvader of -moeder en heeft vaak (nog) veel met het kindje op. Het is het kindje van hun liefste en na die verbroken relatie zullen ze vast van plan zijn de relatie te laten slagen. Vaak lukt dat de eerste jaren wel. Het is niet voor elke stiefouder gemakkelijk een plaatsje te krijgen in het hartje van het kind maar daar zal hij of zij veel voor over hebben. Of het lukt zal ook veel afhangen van de houding van de biologische ouders van het kleine kindje, dat na een paar jaar nog steeds een klein kindje is.
Dan komt het eerste nieuwe kindje. Een stressvolle periode breekt aan. Opeens is er het verschil dat het ene kindje elke dag bij zijn ouders is en het andere kindje … niet. Behalve stiefouders zijn de nieuwe partners nu ook zelf ouders geworden van een kindje dat ‘bloed is van hun bloed’. En dat is anders. Dat voelt anders dan het kindje dat wel bij hen hoort maar niet vanaf de eerste dag dat hij er was. Als je er dan toch met hart en ziel voor hem kan zijn, als je toch van hem houdt en hem kunt behandelen zoals je je eigen kind behandelt, dan heeft hij een heel groot geluk.
En je partner, die heeft dat ook. Want zijn ‘eigen gezin’ zou voor hem anders kunnen zijn dan jouw ‘eigen gezin’. En dat is prima, als je de kinderen gelijk kunt behandelen.