Het is alweer zes jaar geleden dat ik het stuk: Liefde, pleidooi voor het kind, schreef. Ik schreef het naar aanleiding van drie kinderen die op de leeftijd van respectievelijk 4 maanden, 17 maanden en 2 jaar hun gezin verloren door een scheiding. Het kind van destijds 17 maanden heeft een halfbroer voor wie het toen al de tweede scheiding was. Bij de andere twee kinderen is inmiddels ook een tweede scheiding voorgekomen. Deze ‘gevallen’ laten zien wat ik vaak heb gehoord, dat tweede scheidingen nog vaker voorkomen dan eerste scheidingen.
Het is een streng stuk: Liefde, pleidooi voor het kind waarin de hoofdboodschap is dat het ‘nemen’ van een kind feitelijk het meest egoïstische is wat je kunt doen. En dat je het dus niet moet doen als je niet alles voor je kind over hebt.
Sindsdien probeer ik mijn Prille ouder coach idee, bij iedereen die het horen wil, duidelijk te maken. Met dit idee wil ik aanstaande ouders beter voorbereiden op de tijd die totaal anders wordt dan ze tot dan toen hebben beleefd, vanwege de komst van de baby. Zodat ze beter zijn opgewassen tegen de stress die dit met zich meebrengt. Oud minister Rouvoet noemde het ‘ouderschapsgym’ en ik heb sindsdien nog niet gemerkt dat er daadwerkelijk iets mee gedaan is.
Ik heb gesproken met mensen van de gemeente, een kinderarts in het UMCG, een dame van MIM (moeders informeren moeders), collega docenten, collega coaches, vrienden en bekenden. Iedereen knikt en begrijpt wat ik bedoel als ik spreek over de problemen waar kinderen mee te maken krijgen door de onmacht van hun ouders. In veel gevallen krijg ik direct meer verhalen te horen over kinderen in soortgelijke situaties.
Ik voel me vaak een roepende in de woestijn en zal er toch niet mee kunnen stoppen tot ik daadwerkelijk de mensen vind die mij kunnen helpen mijn idee te realiseren. Wat mij steunt bij deze (wat lijkt op een onmogelijke) missie is af en toe op een boek te stuiten waarin precies dat verwoord staat wat ik bedoel. Zo’n boek vond ik vandaag. Het heet ‘Gezin eerst’ en is geschreven door Dr. Phil. Hij schreef in 2004: “Cynici zullen zeggen dat in onze snelle, moderne maatschappij ‘het gezin’ uit de gratie raakt, dat het niet meer is dan een ouderwets, achterhaald concept dat zijn waarde verliest in een drukke wereld van ‘verlichte’ mensen. Ik zeg jullie dat dat niet zo is – verre van dat zelfs. Het gezin is tegenwoordig juist nog belangrijker dan in vorige generaties, en we kunnen niet accepteren dat het zou worden uitgehold. Deze strijd kunnen en moeten we winnen,”
14 jaar later denk ik dat het nog steeds geldt. Als meer gezinnen beter gaan functioneren zal dat een positieve invloed hebben op de maatschappij. Daarom blijf ik mijn missie uitdragen. Ik geloof daarin.
Ooit hoorde ik op de televisie een mevrouw van ‘de opvoedpoli’ zeggen: “We kunnen aan de voorkant niets doen maar we kunnen wel helpen als er problemen zijn,” en ik denk juist dat we aan de voorkant wel iets kunnen doen en zo problemen kunnen voorkomen.