Sommige dingen lijken zich altijd toe te spitsen op een deel van iets … of iemand … of mensen. Zo ook bij het volgende. Het ‘fenomeen’ schoonmoeder. Ik hoor zelden van mensen die problemen hebben met hun schoonvader. Dat gezegd hebbende herinner ik me wel de problemen die ik had met mijn ‘tweede’ schoonvader. Het was mijn eerste officiële schoonvader want ik was een jaar met zijn zoon getrouwd. Hij was mijn tweede schoonvader in de zin dat ik een relatie van twee jaar achter de rug had en ik de vader van mijn eerste vriend beschouw als mijn ‘eerste’ schoonvader. Hij vond mij (vanwege die eerste relatie) een ‘afgelikte boterham’. Ik was in die tijd een schuchter, verlegen meisje en toch stond ik tegenover hem steeds weer op wanneer, in die vier jaar dat wij bij elkaar over de vloer kwamen, ik werd geconfronteerd met zijn nare, autoritaire manier van praten en handelen. Wat had ik een hekel aan die man, zeg. En tegelijk weet ik dat ik ook toen al zocht naar wat daarvan de achterliggende oorzaak was. Wat deed die man dat mij zo triggerde?
Ik heb in mijn leven drie schoonmoeders gehad. Met geen van de drie had ik een soepele relatie. Dat lag aan hen … en aan mij.
Je hoort soms dat mensen heel gek met hun schoonmoeder zijn of dat ze er juist niet mee door één deur kunnen. Soms wordt het tweede gevolgd door het eerste. Is er dan gehuichel in het spel geweest? Heeft iemand zijn best gedaan tot hij er bijna bij neerviel en werd het nog niet gezien en/of gewaardeerd? Spreken zij elkaars taal niet? Dat is altijd een heel lastige. Je kunt namelijk allebei gewoon Nederlands spreken en elkaar toch totaal niet verstaan of begrijpen. Of is er sprake van twee totaal verschillende zienswijzen of belevingen van het moeizame leven dat velen van ons moeten leven (omdat we geen ander hebben). Twee verschillende karakters? Zeg het maar.
De niet soepele relaties die ik zelf heb gehad heb ik altijd eerst en vooral mezelf enigszins kwalijk genomen. Dat neemt niet weg dat ik ook van tijd tot tijd de ander erop aankeek. En ik ben ook niet streng voor mezelf. Als iemand mijn goede bedoeling niet kan zien dan is dat zo. Veranderen kan ik dat niet, ik kan alleen veranderen hoe ik ertegenaan kijk en erop reageer.
Ik ben zelf al jaren schoonmoeder van schoonzonen. Wij hebben twee dochters en dan spreekt dat niet vanzelf, maar in ons geval is het zo. Met hen, die door hun kinderen aan mij zijn en blijven verbonden heb ik verschillende relaties. De schoonzoon die ik het minst heb gezien, omdat we fysiek weinig bij elkaar zijn geweest, ken ik het minst goed. Voor zover ik het weet respecteren we elkaar. Hij is de vader van onze kleinkinderen en wij de grootouders van zijn kinderen. De moeizame communicatie die ik met hem had begrijp ik goed en misschien wordt die in de toekomst ooit beter … of niet en dan accepteer ik dat. Mijn andere schoonzoon zie ik regelmatig. Hij woont met onze dochter en hun kinderen op twee uur reisafstand van ons. Omdat ik om de andere week bij hen oppas zien we elkaar dan en regelmatig blijf ik een nachtje bij hen slapen. We communiceren de ene keer wat meer dan de andere en het is zoals dat is. Niet moeizaam, niet vlot. Het feit dat wij verschillende moedertalen hebben speelt daar een rol in. Wij respecteren elkaar met de wetenschap wie wij tegenover elkaar zijn, respectievelijk vader en grootouders van dezelfde kinderen. En we hebben ook een band met elkaar gekregen. Die band maakt dat de relatie warm voelt.
Ben ik voor de één vriend en voor de ander vijand? Ik weet het niet. Ik weet van mezelf dat de intenties goed zijn en of je vriend of vijand ‘bent’ hangt af van wat de ander voelt of hoe hij verkiest naar jou te kijken. Was ik van mijn schoonmoeders en mijn schoonmoeders van mij vriend of vijand? Geen vijand, moeizame relatie of niet ik heb ze allemaal gerespecteerd omdat zij de moeders waren van mijn vriend, mijn man. Geen vijand, omdat ik begreep dat wanneer ze het mij moeilijk maakten dat meestal te maken had met de liefde en zorg die zij hadden voor diezelfde man, die ik zo liefhad of (in het geval van mijn man) al bijna 37 jaar liefheb. Geen vijand omdat ik niet wilde dat mijn schoonzusters en zwagers zo naar mijn moeder zouden kijken. Geen vijand omdat ik toen al dacht (toen ik de nog echt jonge schoondochter was) dat ik ooit zelf schoonmoeder zou worden en niet wist hoe ik dan zelf zou zijn.
Je schoonmoeder hoeft niet je vriend(in) te zijn. Respecteer haar om wie ze is. De moeder van je geliefde. De oma van je kinderen. Zij zijn elkaars familie en hebben een bloedband met elkaar. In NLP heb ik geleerd uit te gaan van de goede bedoeling. Die is er altijd ook als die er alleen is voor de persoon zelf, uit een soort onmacht. Heb compassie met degene die moeizaam gedrag vertoont en bedenk, vanwege interactie, dat de ander ook reageert op jouw gedrag. En dat jij bepaalt hoe jij reageert.
Schoonmoeders, probeer ze te koesteren.