Peddelen tussen twee huizen.

“Interessant artikeltje mam,” zo begint mijn dochter haar mail waarin ze me een koppeling stuurt naar het Volkskrant artikel: Permanent peddelen tussen twee ouders, wat doet dat met kinderen.
Ze kent mijn verhalen over kinderen die dit, in verband met de scheiding van hun ouders, moesten doen toen ik ze in de klas had. Er waren er bij die hun boeken ‘bij hun moeder hadden terwijl ze bij hun vader waren’, hun werkstuk niet konden inleveren omdat ze, in het huis waar ze op dat moment verbleven, ‘maar tien blaadjes mochten uitprinten’ en meer van deze ongemakken die ze het schoolgaan niet gemakkelijker maakten.
We kennen beiden de verhalen van de kinderen die dagelijks de ongemakkelijke relatie van hun ouders over zich heen krijgen. Details horen van een slechte relatie die niet voor hun oren bestemd zijn en worden geconfronteerd met frustraties van volwassenen waar ze met hun kinderverstand en -gevoel geen bescherming voor hebben. Die zouden ze juist van hun ouders moeten krijgen.
En dan zijn er nog de verhalen van de kinderen die na zes weken zomervakantie (want drie met vader en drie met moeder) doodmoe thuiskomen. En van de kinderen die bij de ouder waar ze op dat moment zijn worden weggehaald voor een bezoek aan jarige stiefoma, of omdat het een andere feestdag is.
Ik vind het artikel goed en zeer uitgebreid. Alle kanten van dit gepeddel van kinderen tussen twee huizen wordt belicht. Uit eigen ervaring weten we nu dat dit ook wel eens drie of meer huizen kunnen zijn. Alleen de ouders kunnen hierin de rust voor hun kinderen bewaren.
Sinds twee jaar peddelen ook twee van onze kleinkinderen tussen (minstens) twee huizen. Ze doen dit 50/50 en aan de dagen die ze bij pappa en de dagen die ze bij mamma doorbrengen tornt geen van de volwassen betrokkenen. Gelukkig passen wij al 10 jaar een dag per week en sinds ze naar school gaan een halve dag per week op ze en kon dit ook na de scheiding zo blijven. Gelukkig, want we kennen ook de verhalen van de opa’s en oma’s die na de scheiding geen contact meer mogen hebben met hun kleinkinderen of er niet meer op mogen passen.
We hebben in de afgelopen jaren geleerd dat je elke feestdag op een andere dag kunt vieren (of zonder de kinderen in de wetenschap dat zij die met andere familieleden vieren) en dat de band met onze kleinkinderen niet afhankelijk is van hoe vaak we elkaar zien.
Onze kleinkinderen hebben twee goede huizen en als ze eens bij ons komen logeren is dat een nog groter feestje dan ‘vroeger’ toen dat vaker gebeurde. Ik ben wel benieuwd hoe ze hier later op terugkijken. Dat zullen we horen, ik denk over een jaar of tien.