Van de tering en de nering

Volgens mij hoor ik niet meer zo vaak spreekwoorden voorbij komen. Hoewel, die ik laatst wel voorbij hoorde komen ‘Bezint eer ge begint’ en de variant die ik er ooit op hoorde ‘Bezint eer ge bemint’ behoren tot mijn favorieten.
Mijn man en ik kregen ons eerste kindje in de jaren ’80 waarvan ik heel veel later hoorde dat er een economische crisis was. Wij wisten van niks. Mijn man werkte voor een klein loon in zijn eerste baan om in ons levensonderhoud te voorzien en ik was druk met onze kleine baby leren kennen en verzorgen.
Natuurlijk wisten we dat we niet veel ‘te makken hadden’ zoals we destijds zeiden maar dat was een gegeven. Een zorgelijk gegeven en dat ging samen met de zorgen die we toch al hadden vanwege ons heel prille ouderschap. Wat we gelukkig ook hadden was twee liefdevolle families die ons met raad en daad en een beetje geld bijstonden wanneer we dat nodig hadden. Van een voedselbank had ik nog niet gehoord en tweedehands kleren dragen was helaas nog niet ‘hip’.
Best moeilijk, en ook niet altijd mogelijk, zetten we toch zoveel als we konden ‘De tering naar de nering’ en dat hield in dat we eerst en vooral voor onze kleine meisjes zorgden. Wat zij nodig hadden kwam er, daarna waren wij aan de beurt. We liepen schulden op en betaalden die zo snel en zo goed als we konden af.
Gelukkig kreeg ik werk toen de kinderen groter werden en dat kon omdat ze groter werden en naar school gingen. Ik ging weer werken om te kunnen studeren en dat heeft ons gezin financieel een stuk vooruitgebracht.
Vijf jaar geleden stopte ik vrijwillig met werken, zonder uitkering, terecht, wel met een kleine bijdrage van school, ook terecht en dat heeft weer ons gezin erg veel goed gedaan. Ik kon hierdoor mijn man ondersteunen toen hij dat nodig had, onze vier kleinkinderen zien opgroeien omdat ik ze respectievelijk elke week en om de andere week kon verzorgen en de cursussen doen die mij goed deden.
Nu maak ik me, met heel veel meer mensen, zorgen om de jongelui die werk nodig hebben en die dat werk moeilijk kunnen krijgen. En dat is een understatement. Of de jongelui die een half, weinig betaald baantje krijgen. Hoe onderhoud je je leven daarvan? Tegelijk zijn er mensen die wel minder zouden willen werken, willen stoppen of misschien tegen heug en meug blijven werken als ze al niet met een burn-out thuis zitten. Mensen die dat financieel ook zouden kunnen. En ik realiseer me, kunnen is nog anders dan willen, en we doen meestal wat we denken dat we willen.
Iedereen heeft natuurlijk recht op zijn werk maar misschien is dit juist een tijd om daar nog eens goed over na te denken. Kun je, wil je stoppen met je werk dan is er een ander, die nu geen werk heeft, die dat kan overnemen. Of misschien kun je minder gaan werken en je partner ook zodat je samen die nering binnen haalt, en samen wat meer vrije tijd hebt. Ook dan kan het werk dat je achterlaat door een ander worden gedaan.
Wij ouderen hebben al heel veel meer gehad dan de jongeren die nog moeten beginnen. En natuurlijk weet ik ook dat dat niet voor iedereen geldt. Maar als je er wel eens over hebt nagedacht om minder te gaan werken, dan is dit misschien wel het moment.