Het kan echt moeilijk zijn

Het is niet gek dat relaties soms niet werken. Of dat ze moeizaam gaan. Dat er problemen zijn die moeilijk zijn op te lossen. Je bent namelijk altijd twee verschillende mensen.

Wij hebben een relatie die al 38 jaar duurt. Dat is best lang. In die 38 jaar hebben zich vaak moeilijkheden voorgedaan. En ik weet inmiddels dat het altijd zo zal blijven. Ik zou het graag anders willen, maar het is niet anders. En toch zijn we bij elkaar, lange tijden achter elkaar in een heel prettige relatie. We begrijpen elkaar goed, communiceren elke dag met elkaar, we delen echt elkaars leven. We houden veel van elkaar, dat spreken we niet vaak letterlijk naar elkaar uit maar we weten het door de manier waarop we met elkaar omgaan.

Klinkt misschien saai, maar dat is het niet. Wel comfortabel, want we zijn er altijd voor elkaar. Als de één een probleem heeft zal de ander er alles aan doen om te proberen dat probleem mee te helpen oplossen. Wat daarbij helpt is onze gezamenlijke en gedeelde liefde voor onze kinderen en kleinkinderen. Te weten dat we allebei alles voor hen over hebben. En dat we ook met ze kunnen communiceren. Ook als er met de kinderen een probleem of onenigheid is kunnen we dat uitspreken. Dat is ook comfortabel.

Het enige dat het moeilijk kan maken is een probleem of onenigheid tussen ons. Ik kan daar niet tegen. Ik word daar boos, gefrustreerd en vooral heel verdrietig van. De problemen tussen ons hebben jarenlang onze relatie moeizaam gemaakt. Te vaak onplezierig. Waren ze dan groot? Nee, dat waren ze niet. Juist helemaal niet. Het was het gedrag dat wij erbij vertoonden dat het groot maakte. Dat de tijd waarin ik (en mijn liefste in mindere mate) me naar voelde soms zo lang maakte. Dat die tijd voorbij is daar ben ik diep dankbaar voor want ik weet nog precies hoe het voelde. Naar.

Van de week overkwam het ons weer. Zomaar in wat ze noemen ‘a split second’ was het er. Er gebeurt iets, ik reageer, het valt bij hem verkeerd en BAM. We bereiken elkaar niet. Ik kon er niet van slapen, een lange slapeloze nacht. En het moment dat hij zijn ogen open deed heb ik het gezegd, heel rustig, waarom ik het niet goed vond wat er gebeurde. Hij reageerde rustig en duidelijk en het was klaar. Echt klaar. We konden gewoon goed communiceren, geen naar gevoel meer en ik wist dat we er op een ander moment op terug zouden komen. En dat is gebeurd.

We hebben het uitgesproken, dat we al heel ver gekomen zijn samen. Dat we goed hebben leren communiceren en dat toch de ongemakkelijke momenten er zullen zijn, alleen nu nog maar heel soms. Gelukkig. En kort.

Op zulke momenten denk ik dan dat het niet zo gek is dat zoveel relaties stranden. Want dan weet ik weer dat het soms echt moeilijk kan zijn, om elkaar te begrijpen. Om te luisteren naar wat de ander te zeggen heeft. Om te begrijpen dat je allebei tekortkomingen hebt en om dan toch de liefde te blijven koesteren.