Al doende leren ze

‘Skeeleren,’ antwoordt hij op mijn vraag wat hij buiten wil gaan doen. Toen ik de vorige keer op hem paste wilde hij het skateboard van zijn broer mee. Hij viel er steeds vanaf en klom er ook steeds weer op om te proberen weer een stukje verder te skateboarden. En soms lukte dat ook nog.

En nu wil hij dus skeeleren. In de schuur vinden we kleine skeelers en die lijken inderdaad te passen. ‘Zijn ze van jou, of van je broer?’ vraag ik. Hoewel hij drie jaar met zijn broer scheelt lijken hun voeten in maat niet ver uiteen te lopen. ‘Van mij,’ zegt hij, ‘Indy heeft zelf,’

Ik help hem in zijn skeelers en terwijl hij ermee op de trap zit sommeert hij mij ook zijn helm en zijn kniebeschermers te pakken. Er blijken ook nog beschermers in te zitten voor zijn kleine handjes. Ze glijden er gemakkelijk in, en bijna net zo gemakkelijk weer uit. Zijn helm, die een beetje op zijn hoofd wiebelt, trek ik wat strakker aan.

Wanneer ik hem overeind trek rollen zijn voetjes direct uit elkaar. Ik hou hem stevig vast waardoor hij een beetje grip krijgt op de beweging van zijn benen. ‘Zullen we naar de speeltuin skeeleren, oma?’ vraagt hij en ik antwoord: ‘Even rustig aan jongen, ik denk niet dat je dat zomaar kan,’

We blijven dicht bij huis en ik houd zijn  beide handjes vast, onhandig naast of achteruit voor hem lopend. Wanneer zijn beentjes uit elkaar rollen laat hij zich op de grond zakken. Na de eerste keer stop ik zijn ene handbeschermer in mijn zak en na de tweede keer zijn ander handbeschermer ook. Met zijn handjes stevig in die van mij hebben we allebei meer grip. ‘Trek je been bij je andere been als hij wegrolt,’ zeg ik, ‘dan hoef je niet steeds te vallen,’ Na nog twee keer vallen begrijpt hij het en krijgt het zowaar een beetje voor elkaar. ‘We zijn al ver hè, oma,’ zegt hij wanneer we voor de helft een blokje rond zijn en ik merk dat hij aan één hand in ieder geval al overeind kan blijven. Hij maakt nog geen echte schaatsbeweging maar rolt de beide skeelers wel vooruit.

Het is een heel getrek van mij en hij hangt zwaar aan mijn arm, maar hij leert een beetje evenwicht houden op die rollende skeelers. Wanneer we het rondje af hebben vindt hij het gelukkig ook genoeg en verruilen we de skeelers voor zijn schoenen en zijn step. Terwijl hij al steppend voor mij uit rijdt denk ik: ‘Dat kon hij eerst ook niet en nu beheerst hij het helemaal.’ Want zo werkt het echt: je kunt iets alleen maar leren door te doen. En van vallen en weer opstaan word je echt groot.