‘Heb jij hem al? Hoe kan dat nou, ik ben toch ouder? Welke heb je dan?’ ‘De AZ…,’ ‘Die met die gevaarlijke bijwerkingen?’ ‘Ach, ja, één op de miljoen, of zo? En je mag toch niet kiezen?’ ‘Nee, dat is zo? Maar ik ben wel blij dat ik de Pfizer krijg,’
‘Ik doe het niet hoor,’ zei ik tegen mijn man toen de vaccinaties eraan kwamen, ‘en ik snap ook niet hoe dat kan, zo snel. Het duurt toch altijd jaren voordat ze zo’n vaccin hebben ontwikkeld?’ ‘Tja,’ gaf hij terug, ‘we hebben nu een pandemie en die moeten ze zo snel mogelijk bestrijden. Ik doe het wel,’
Het werd maart en de tijd ging voorbij. Elke dag bedekte ik geschrokken mijn ogen wanneer op t.v. weer eens iemand geprikt werd. Ik was bang, echt bang voor het prikje. Ik heb pijnlijke ongelukjes gehad in mijn leven, belandde er twee keer mee in het ziekenhuis. Ik werd voor het vullen van een kies meestal, op eigen verzoek, verdoofd en toen ik eens met een gekneusde hand bij de dokter kwam, bleek ik een gescheurde lip te hebben die met drie felle prikjes verdoofd moest worden voordat het aan elkaar kon worden genaaid. Maar zo’n prik…in mijn arm…
Ik was negen toen ik de laatste vaccinatie kreeg. Ik zie mijn vader nog met zijn arm zwaaien: ‘Zo moet je doen Ro’m. Je arm bewegen, dan gaat het over,’ en ik durfde er nog niet naar te wijzen. En toen mijn oudste 11 was en haar laatste vaccinatie kreeg, ging ik mee en kreeg en passant nog twee kinderen in de arm gedrukt om mee te nemen. De meiden liepen van de zenuwen te giechelen, en toen ze aan de beurt waren duwden ze elkaar naar voren omdat niemand als eerste wou, en mijn meisje had pech…Ik duwde haar naar voor en zei: ‘Ga jij dan maar eerst,’
Misschien had ze eigenlijk wel geluk, na de schrik en de prik kreeg zij als eerste de ‘rolo-troost’ en kon ze, met een traantje op haar wang, de vriendinnetjes bijstaan. Ik zal haar eens vragen hoe zij het heeft ervaren. Bij mij hebben deze twee ervaringen die angst achtergelaten, voor een prik, in mijn arm.
Toen ik aan de beurt was, deed ik het natuurlijk wel. Omdat ik Corona heb gehad hoefde ik maar één. Dat wist ik inmiddels. Ik had echt geluk want ik werd ook nog eens geprikt door één van de aardigste dames die ik ken. ‘Laat je arm maar even hangen,’ zei ze en prik, hij zat erin. Ik voelde dat zij er iets in spoot…en ik was vrij. Ik heb mijn vaccinatiebewijs. Ik mag in deze pandemie naar een volgende fase. Ik mag weer wat meer, maar zal toch voorzichtig blijven. En ik ben vrij…bevrijd van een heel klein kindertrauma, en dat is fijn, zo fijn.