Als een filmpje in mijn hoofd zie ik me lopen over het winkelcentrum met mijn twee kleine meisjes. Het is een speciale dag, want overal liggen kleedjes met speelgoed en oude boeken en boekjes met achter elk kleedje één of twee kinderen. De meisjes weten al lang dat ze iets mogen uitzoeken en ze rennen van het ene kleedje naar het andere om te kijken wat ze echt graag willen hebben.
Wat elk van de meisjes uitzocht weet ik niet meer, maar over het boek, met de blije titel ‘O, wat een fijne dag’, waren ze het direct eens, die wilden ze heel graag hebben. In grappige zwart/wit tekeningetjes en kleine tekstjes, afgewisseld met over twee pagina’s gekleurde heel mooie tekeningen met gedichtjes, beschrijft dit boek de dagen van een kind vanaf het wakker worden ’s morgens tot het ’s avonds naar bed toe gaan. Ook gaat het over wat je later wilt worden, over vriendschap en verdriet. En de verschillende dingen die kinderen in de verschillende jaargetijden doen.
Ik weet niet hoe vaak we dat boek hebben gepakt, om voor te lezen en te bekijken. Ik vond het zeker zo mooi als de kleine meisjes. Bij elke keer dat we het pakten ontdekten we weer nieuwe dingen.
Toen de meisjes groter werden en er niet meer naar omkeken, bleef het in mijn boekenkast staan…en decennia later heeft het boek weer plezier gegeven aan de volgende generatie, de kleine kindjes van mijn eigen kinderen.
Ik moest er vanmorgen aan denken toen ik met mijn liefste in het zonnetje zat en dacht: ‘Oh, wat een heerlijke dag,’ en ik realiseer me dat ik dat best vaak denk. Als ik bij mijn kinderen ben bijvoorbeeld, of met mijn liefste een wandeling maak. Als ik denk aan de wilde jongetjes en wat die allemaal beleven, of aan de grotere kinderen waarbij ‘oppassen’ tegenwoordig betekent, lekker in de stoel zitten lezen. En ook als ik bij één van de zussen aanfiets voor een kopje koffie en een praatje, of als ik bij mijn broer een paar uurtjes gitaar kan spelen.
O, wat een fijne dag, soms kan het er zomaar zijn.