Iedereen evenveel waard

‘Ben jij bruin?’ Voor het eerst na een paar maanden corresponderen, had ik mijn penvriendin uit het zuiden van Nederland aan de telefoon. ‘Ja,’ antwoordde ik, een beetje overdonderd door haar vraag. ‘Ja, nee,’ zei ze, ‘dat geeft niet maar ik hoorde het aan je moeder,’ ‘Oh,’ zei ik, ‘ja, je kunt aan mijn moeder wel horen dat wij Indisch zijn,’

Ik had in mijn brief verteld dat ik bruine ogen en zwart haar had, dat ik 13 jaar oud was en iets groter dan zij. Dat had ik begrepen uit wat ze mij over haarzelf had geschreven. Zij had blond haar en bruine ogen, ze was 15 jaar oud en 1.60 meter lang. Mijn achternaam is Janssen. Daaruit kun je ook al niet opmaken dat ik bruin ben. Misschien had ik eraan gedacht het te vermelden als zij had geschreven ‘ik ben blank’. Maar dat deed ze niet en dat zou misschien ook wel wat bijzonder geweest zijn.

Ik was 2½ jaar oud toen ik met mijn familie naar Nederland kwam. Mijn ouders hebben tot het eind toe gehoopt dat Nieuw Guinea, waar ik geboren ben, een deel van Nederland zou blijven. Vergeefse hoop, zo bleek op enig moment en toen zat er niets anders op dan naar Nederland te repatriëren. Het heet zo, al waren wij nog nooit in ons vaderland geweest.

Wat mijn ‘kleurtje’ betreft: dat zal nooit anders worden. Ik verbaasde me er vroeger over dat mensen soms ’s zomers zeiden: ‘Wat ben jij lekker bruin,’ terwijl ik ook wel eens hoorde, voelde of merkte dat mijn bruine kleur iets anders opriep. Mijn (bijna blanke) vriendinnetje bijvoorbeeld die eens te horen kreeg: ‘Ga naar je eigen land,’ waar ze dus al lang was.

Ik begon al heel jong te werken in een supermarkt. Ik had het daar geweldig naar mijn zin. Ik deed daar kassawerk en later administratie. Nadat ik op HBO niveau Engels had gestudeerd werd ik docent en heb dat zelfs nog een poosje gecombineerd met kassawerk. Toen bleek dat voor iemand verwarrend te zijn. Ik hoorde iets als: ‘Dat doe je toch niet, als je ook docent bent,’ en ik dacht: ‘Waarom, eigenlijk niet,’

Ik ben niet meer zo naïef als toen. Het heeft te maken met iets lager vinden dan het andere. De ene baan ‘minder’ vinden dan de andere. En ik ben steeds meer gaan merken dat er mensen zijn die sommige mensen ‘minder’ vinden dan andere.

Al verzet ik me ertegen, met hand en tand, ik ben wel van het vergelijken. En natuurlijk vind ik het dan prettig wanneer ik vind dat een verschil in mijn voordeel uitvalt. Ik zie dat we er verschillend uitzien, we hebben verschillende beroepen, we houden van verschillende dingen…maar hoe, in de vrede, kunnen we vinden dat iemand meer of minder waard kan zijn dan wijzelf…of een ander?