Op de radio hoor ik over een jong stel dat net samenwoonde in een tiny house toen de Coronacrisis uitbrak. Ze leven samen op 30 vierkante meter. Nu ze veel bij elkaar zijn is dat moeilijk. De mannelijke helft van het paar heeft daarom naast het huis een tentje op gezet om ze beiden wat privacy te gunnen. Mooie oplossing, zeker wanneer je die nodig hebt.
Ik hoor het bericht terwijl ik zelf in mijn tiny house sta af te wassen. Hier wonen mijn man en ik met mooi weer, op iets minder dan de oppervlakte van de jongelui. We hebben hier wel om ons heen een ruimte van 100 vierkante meter waar we het grootste deel van de mooie dagen buiten wonen, in onze buitenkamer op de steiger. Toen in Nederland een totale lockdown een optie werd zei mijn man direct dat we in ons tiny house zouden gaan wonen als dat zou gebeuren. We hebben dat namelijk al eens gedaan met regen, wind en kou toen we een periode van 15 maanden overbrugden zonder ander huis dan dit kleine, ons zo dierbare huis.
Ons huis in de stad is ook relatief klein. Een appartement met twee slaapkamers. Qua oppervlakte drie keer ons klein huisje. Wij delen het met ons tweeën maar 200 kilometer verderop woont onze jongste dochter met haar man en twee drukke jongetjes van 3 en 6 in een soortgelijk appartement. Ook zij zijn door de lockdown al zes weken alle dagen met zijn vieren thuis. Zij waren al gewend aan thuis werken al is het natuurlijk een heel ander gebeuren met, dan zonder de jongetjes thuis. Maar ze redden zich prima. Stiekem verdenk ik ze ervan dat ze het zelfs wel fijn vinden om zoveel samen te zijn. Ze hebben het zelfs voor elkaar gekregen om in het kleinste kamertje een kantoortje te maken wat het thuis werken nog gemakkelijker maakt. Het was een logeerkamertje/slaapkamertje van oma en dat betekent dat daar weer een andere oplossing voor komt als er iemand komt logeren.
Weinig is soms echt genoeg en dat maakt dan het leven best gemakkelijk.