‘Hij ziet zijn moeder al lang niet meer en zijn vader woont in Amerika,’ Het eerste herhaal ik in een vraag: ‘Hij ziet zijn moeder al lang niet meer?’ ‘Nee,’ is het antwoord, ‘nee,’. Er is natuurlijk een verhaal, dat kan niet anders, maar ik vraag niet verder en zij vertelt niet verder. Maar het laat mij niet zomaar los.
Ik heb gelezen en gehoord over het fenomeen ‘ouderverstoting’ en ik heb er zelf ook eens over geschreven naar aanleiding van een documentaire. Bij ouderverstoting is een kind (oud of jong) in ieder geval nog bij een ouder, of in contact met een ouder. Deze jongen heeft ouders maar hij heeft ze niet. Dat je ouders er zijn maar dat jij ze niet hebt, dat moet wat met je doen, dat kan niet anders.
Ik heb veel te maken gehad met kinderen uit een gebroken gezin. De loyaliteit die elk kind, elk mens heeft naar zijn ouders kan soms vreemde vormen aannemen. Elke dag weer bepalen of je bij de één eet of slaapt, of bij de ander. Omdat ze ‘beiden zo graag willen dat je bij ze bent’. Dat is een mooie gedachte, maar als ze niet samenzijn en beiden aan je trekken dan kun je daar aardig door verscheurd raken.
En soms kun je of het één of het ander. Als je goed bent met je vader kan het contact met je moeder moeizaam zijn en als je met haar juist goed bent kan het met je vader soms niet lukken. Moeilijk, heel moeilijk.
En dan ben jij er zelf ook nog. Zo lang je jong bent ben je van je ouders afhankelijk. Zij beslissen over je en jij hebt zelf weinig in te brengen, tenzij je heel verstandige ouders hebt en zij verstandige nieuwe partners. Dan kijken ze naar wat jij nodig hebt. Maar als je ouder bent en zelf misschien één of meer kinderen hebt, dan ga je er zelf over. Wat doe je dan?
Laat je het van je ouders afhangen hoe hun relatie is met jouw gezin? Of ga je naar ze toe al komen ze weinig bij jou? Mijn ouders kwamen nooit bij mij (of bij hun andere kinderen). Dat zat niet in hun systeem. Ik ging met de kinderen naar hen toe. Gewoon als ik daar zin in had. En ik had er altijd zin in, maar net als iedereen met kleine kinderen hadden we het daarvoor soms te druk. En dat was okay. Ik vond het wel belangrijk dat ze elkaar leerden kennen. Mijn kinderen hun familie en andersom.
Een relatie valt en staat bij interactie. Die interactie begint minimaal bij één persoon. En de enige waar jij invloed op hebt ben jij. Niet de ander, die heeft invloed op zichzelf. Het is dus aan jou of en hoe je die relatie wilt. Het is één van de moeilijke dingen in het leven, relaties onderhouden. En als het moeizaam gaat is het vaak geen onwil maar eerder onkunde of onmacht. Daarom is het fijn dat je een keuze hebt en invloed op jezelf.
Je hebt maar één familie, hoe die er ook uitziet. En dat geldt ook voor je kinderen, wanneer die later groot zijn. Probeer het maar te koesteren want het is voor iedereen belangrijk.