In een Flow van vorig jaar lees ik een zin waar ik heel blij van word en die een glimlach op mijn gezicht tovert, iedere keer dat hij weer in mijn hoofd opkomt. Dr. Kaouthar Darmoni is directeur-bestuurder van Atria, het kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis in Amsterdam.
Ik had nog nooit van haar gehoord, maar Flow heeft haar geïnterviewd voor de rubriek ‘Verleden, heden en toekomst’. Dr. Kaouthar Darmoni vertelt over haar jeugd in Tunesië en haar verdere leven voordat ze in Nederland kwam wonen. Hier in Nederland kreeg ze haar zoon waarmee ze alleen kwam te staan nadat haar relatie werd verbroken.
Als oppas voor haar zoon vraagt ze een oudere vriendin. Tussen haar zoon en haar vriendin klikt het zo goed dat de jongen zelf vraagt of zij, Nini, zijn grootmoeder wil worden. Niet zijn bloed-oma, maar zijn hart-oma. Volgens Tunesisch gebruik komt Nini ook bij hen wonen. Omdat het in Nederland zeker niet gebruikelijk is, wordt het niet door iedereen begrepen.
Dan vertelt Dr. Kaouthar Darmoni dat ze nu een fijne relatie heeft met een Nederlandse man die er eerst ook aan moest wennen dat Nini er altijd is en altijd met hen meegaat. En dan zegt ze de zin: ‘Maar dat hij zijn eigen moeder niet meeneemt moet hij weten,’ en terwijl ik dit schrijf moet ik weer glimlachen.
Wij wonen sinds vorig jaar september behalve in het noorden ook in het westen, boven het gezin van onze dochter. Als zij dit aan mensen vertelde was vaak de reactie: ‘Vind je dat echt leuk?’ en soms zelfs: ‘Ik moet er niet aan denken,’. Deze mensen konden zich daar blijkbaar niets positiefs bij voorstellen. Inmiddels kunnen we allemaal zeggen dat het niet alleen heel leuk is, maar ook gezellig en handig. Ik was in het begin een beetje zoekende hoe de beste manier was om met elkaar om te gaan. Ik was bang hen te belasten of in de weg te zitten. Maar inmiddels hebben we zo’n goede modus gevonden dat ik er helemaal niet meer mee bezig ben.
Ik ben blij dat wij ook een hecht gezin zijn. Wij wonen (nog net) niet bij elkaar in huis en we gaan niet altijd mee, maar we staan dicht bij elkaar en delen veel met elkaar. Ik denk dat ik zo moet glimlachen omdat ik het herken en daardoor weet hoe gelukkig je daarmee kunt zijn.