Hij vroeg het meteen toen opa en oma waren thuisgekomen. Genoeglijk op de grond, tegen de verwarming aangeleund zei hij: ‘Ik heb een vraag, mag ik vrijdagavond logeren?’ Oma was maar even in de war, omdat we vrijdagochtend weer naar ons andere huis zouden verkassen. Maar natuurlijk kon hij logeren, dan bleven we gezellig een dagje langer.
Hij kwam de volgende ochtend al om half 9 binnen. Niet om direct al te logeren, maar wel om te vragen of oma met hem mee kon naar de bioscoop, omdat mamma en broer naar een andere film gingen dan ‘Samoerai Henk’…en die wilde hij nou zo graag zien.
In de bioscoop kon hij nog even lekker heen en weer rennen door de zaal, omdat we heel vroeg waren en nog alleen aanwezig. Toen één keer de film begonnen was nam hij totaal ‘de lead’ door te stellen dat we pas popcorn mochten eten als het heel spannend was. En toen hij midden in de film naar het toilet moest: ‘Maar we zijn net geweest!’ gingen we dat gewoon doen.
Na de middag kwam hij wel alvast logeren. Met zijn rugzakje op en de kindergitaar van zijn broer in de hand kwam hij naar boven. Hij vond ook dat hij maar direct zijn eerste gitaarles moest hebben. En zo rukte hij opa los van zijn werk, waar hij toch al mee wilde stoppen.
Voor het beweeglijke jongetje dat hij is kon hij verbazend stil en geconcentreerd kijken en luisteren naar opa’s aanwijzingen om een klein melodietje te leren spelen op voorlopig één snaar, met één vinger. Onbewust van een diep ontroerde oma die stond te luisteren naar een melodietje dat ze herkende, als het intro van een oude jaren 60 hit.
Na het pannenkoeken eten, waarvoor hij zelf het beslag had geroerd, heeft hij nog even gegamed op zijn meegebrachte X-box: ‘Ja, zet de klok maar, oma,’ en na het voorlezen vond hij het ook wel tijd om te slapen.
Zo’n klein logeerpartijtje, wat een genot…voor het ventje…en misschien nog wel meer voor zijn opa en oma.