Over Jeugdzorg

Ik lees in de Volkskrant van 18 maart 2023 een artikel over Jeugdzorg (door Charlotte Huisman). In grote gekleurde letters staat er (de kop): En nu gaat het beter worden *(maar niet heus). Ertussen staat in kleinere letter: Sharon Stellaard trekt in haar proefschrift een ontluisterende conclusie over de jeugdzorg. De knelpunten zijn al vijftig jaar dezelfde. En ze zijn al die tijd niet opgelost.

Alsof de kinderen dit zelf doen, luidt de tussenkop:

Al vijftig jaar sluiten vraag en aanbod in de jeugdzorg niet goed op elkaar aan en doen te veel kinderen een beroep op hulpverlening.

Volgens mij is de volgende tussenkop een understatement en/of een verkeerd statement:

De oorzaak van vermeend probleemgedrag van een kind wordt alleen in het individu gezocht en niet in de norm, die wellicht te strak is gesteld. Mijn vraag is hierbij ‘Heeft het probleemgedrag van het kind misschien ook te maken met zijn omgeving en niet alleen met hem- of haarzelf?’

De laatste vraag (en het antwoord) in dit artikel:

Wat moet er volgens u gebeuren?

‘Ik hoop dat mensen die aan de knoppen zitten zichzelf fundamentele vragen durven te stellen. Wat ik een mooie vraag zou vinden: hoe kan het dat er zoveel energie gaat naar de hervormingen, terwijl het niet beter wordt voor de kinderen om wie het draait? Kunnen we niet beter terug naar de basis? Ik hoop dat mensen dit ervaren als een uitnodiging om mee te denken en niet als een aanval, of een klaagzang.’

Ik kan bijna niet geloven dat die laatste zin er echt staat. Dit wordt gezegd door een persoon die op 8 maart promoveerde aan de afdeling bestuurswetenschap van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit op het proefschrift met de naam ‘Boemerangbeleid – Over de aanhoudende tragiek in passend onderwijs en jeugdzorgbeleid’.

Zou de politiek, degenen die daadwerkelijk over die knoppen gaan, niet onmiddellijk moeten zeggen: ‘Ja, we gaan nu terug naar de basis en we gaan het helemaal anders doen (er zijn genoeg mensen die daar de juiste ideeën voor hebben, volwassenen die die niet-functionerende jeugdzorg aan den lijve hebben ondervonden, bijvoorbeeld).’

Wanneer iets 50 jaar niet heeft gewerkt en je gaat het niet helemaal anders doen, dan is de kans groot dat er over 50 jaar, over Jeugdzorg een kop in de krant staat die luidt: En nu gaat het beter worden *(maar niet heus).

Advertentie